Meta­geschiedenis

Geschiedwetenschappen komen methodologisch vóór natuurwetenschappen: eerst moet vastgesteld worden wat er gebeurd is; daarna kan een theorie gezocht worden die het gebeurde verklaart. Deze zaken verwarren kan tot gevolg hebben dat de bestaande natuurwetenschappelijke theorieën als filter gebruikt worden waardoor slechts met die theorieën overeenkomende verschijnselen het historisch verslag halen.

Tegenwerping (Onweetbare wonderen):
We kunnen het verleden slechts begrijpen door de bril van het heden (het eenvormigheids­beginsel). Verschijnselen die zich heden ten dage niet voordoen mogen we derhalve in de historie niet aanvaarden. Wonderen doen zich niet voor, dus er zijn ook geen historische wonderen.
Antwoord:
Dat wonderen zich niet voordoen kan met deze methodologie — een methodologie die alles wat een wonder lijkt al uit de verslagen weert voordat die beschouwd worden om die conclusie te trekken — niet gesteld worden.
Deze regel wordt in andere gevallen niet toegepast: singulariteiten als de Big Bang of abiogenese worden niet uitgefilterd. Het gaat hier dus om special pleading.

((Te doen.))

De geschiedwetenschappen maken gebruik van bepaalde heuristieken, waarvan waarschijnlijk correlatie (het interpreteren van historische informatie in de locale en temporele context), analogie (het toepassen van het eenvormigheidsbeginsel) en critiek wel de belangrijkste zijn. Vaak wordt met deze heuristieken een wijsgerig vooroordeel binnengesmokkeld, waarna het resulterende historische verhaal dat vooroordeel bevestigt. Zo wordt met de analogieheuristiek vaak een naturalistisch wereldbeeld ingevoerd, leidend tot het afwijzen van wonderverhalen als onwaar. Het is duidelijk dat zo gevormde conclusies niet uit de historische informatie, maar uit de filosofische uitgangspunten volgen, en dus niet gebruikt kunnen worden om die uitgangspunten te rechtvaardigen op straffe van circulariteit.

Ernst Troeltsch, Historiography: „Bij analogie met de ons bekende gebeurtenissen zoeken we door veronderstelling en invoelend begrip het verleden te verklaren en te reconstrueren.”