De methodologie van de getuigen

In vakgebieden als de geschiedkunde en het recht staat men voor het probleem de betrouwbaarheid van bronnen vast te stellen — een recursief probleem als een bestaande bron als kopie getuigt van een eerdere bron. Hier wijst de informatiekunde de weg: plausibel is die verklaring die het eenvoudigst het bestaan van de getuigen met hun getuigenissen kan verklaren.

Bij tekst­kritiek heeft dit geleid tot principes als „lectio difficilior potior” — bij bewuste veranderingen is de moeilijkere lezing de betere. Immers, het is eenvoudig te verklaren dat overschrijvers een in hun ogen onjuiste tekst „verbeterd” hebben dan dat ze een acceptabele tekst vervangen hebben door een minder aanvaardbare. Bij teksten waarvan een variant voorkomt die wel, en een andere die niet overeenkomt met de officiële leer, zal dus op voorhand de van de leer afwijkende de waarschijnlijker oertekst zijn. (Bij onbedoelde veranderingen is ligt het juist omgekeerd: de verschrijving zal in het algemeen minder passen in de context dan de juiste tekst.)

((Te doen.))

Nog in te werken:

Coherentie
Dit maakt de verklaring van het bestaan van het beschrevene kort. Bij zaken die altijd complex zijn vergt coherentie derhalve complexiteit: een beschrijving van een oversimpele menselijke samenleving is niet plausibel.
Controleerbaarheid
Worden er zaken genoemd die de getuige anders niet had kunnen weten.

Het Bayesiaans vaststellen van geloofwaardigheid.