Wij moeten onverwrikt aan ons geloof vasthouden om het heil te beërven
Van God uit gezien zijn we voorbestemd; van onszelf uit gezien moeten we aan (niet voor!) onze redding werken.
- Mattheüs 10:22z, Mattheüs 10:13, Marcus 13:13z
- Maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden.
- Lukas 21:19
- door uw volharding zult gij uw leven verkrijgen.
- Johannes 8:30-32
- Toen Hij dit sprak, geloofden velen in Hem. Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.
- Handelingen 11:21-23
- En de hand des Heren was met hen, en een groot aantal kwam tot het geloof en bekeerde zich tot de Here. En het bericht daarvan kwam de gemeente van Jeruzalem ter ore en zij vaardigden Barnabas af naar Antiochië. Toen deze aankwam en de genade Gods zag, verheugde hij zich en wekte allen op om naar het voornemen van hun hart de Here trouw te blijven;
- Handelingen 14:22a
- om de zielen der discipelen te versterken en hen te vermanen om te blijven bij het geloof,
- [Romeinen 2:7 e.d. spreken vanuit legaal standpunt, en zijn niet van toepassing als we uit geloof leven, omdat dan Jezus' rechtvaardigheid in het geding is, en niet de onze.]
- 1 Korinthiërs 9:24
- Weet gij niet, dat zij, die in de renbaan lopen, allen wel lopen, doch dat slechts één de prijs kan ontvangen? Loopt dan zo, dat gij die behaalt!
- 1 Korinthiërs 15:1-2
- Ik maak u bekend, broeders, het evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat gij ook ontvangen hebt, waarin gij ook staat, waardoor gij ook behouden wordt, indien gij het zo vasthoudt, als ik het u verkondigd heb, tenzij gij tevergeefs tot geloof zoudt gekomen zijn.
- Galaten 6:9
- Laten wij niet moede worden goed te doen, want, wanneer het eenmaal tijd is zullen wij oogsten, als wij niet verslappen.
- Filippenzen 3:12-14
- Niet, dat ik het reeds zou verkregen hebben of reeds volmaakt zou zijn, maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mocht, omdat ik ook door Christus Jezus gegrepen ben. Broeders, ik voor mij acht niet, dat ik het reeds gegrepen heb, maar een ding (doe ik): vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen voor mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus.
- Kolossenzen 1:21-23
- Ook u, die eertijds vervreemd en vijandig gezind waart blijkens uw boze werken, heeft Hij thans weder verzoend, in het lichaam zijns vlezes, door de dood, om u heilig en onbesmet en onberispelijk voor Zich te stellen, indien gij slechts wel gegrond en standvastig blijft in het geloof en u niet laat afbrengen van de hoop van het evangelie, dat gij gehoord hebt en dat verkondigd is in de ganse schepping onder de hemel, en waarvan ik, Paulus, een dienaar geworden ben.
- 1 Timotheüs 2:15
- doch zij zal behouden worden, kinderen ter wereld brengende, indien zij blijft in geloof, liefde en heiliging, met ingetogenheid.
- Hebreeën 3:6z
- Zijn huis zijn wij, indien wij de vrijmoedigheid en de hoop, waarin wij roemen, tot het einde onverwrikt vasthouden.
- Hebreeën 3:14
- want wij hebben deel gekregen aan Christus, mits wij het begin van onze verzekerdheid tot het einde onverwrikt vasthouden.
- Hebreeën 10:36
- Want gij hebt volharding nodig, om, de wil van Gods doende, te verkrijgen hetgeen beloofd is.
- Hebreeën 10:39
- Doch wij hebben niets van doen met nalatigheid, die ten verderve leidt, doch met geloof, dat de ziel behoudt.
- Openbaring 2:10z
- Wees getrouw tot de dood en Ik zal u geven de kroon des levens.
- Openbaring 3:11
- Ik kom spoedig; houd vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.
- (Die kroon kan genomen worden: Filippenzen 3:12-16.)
Deze volharding zal blijken in beproeving.
- Openbaring 13:10
- Indien iemand in gevangenschap voert, dan gaat hij in gevangenschap; indien iemand met het zwaard zal doden, dan moet hij zelf met het zwaard gedood worden. Hier blijkt de volharding en het geloof der heiligen.
- Openbaring 14:9-12
- En een andere engel, een derde, volgde hen, zeggende met luider stem: Indien iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, die zal ook drinken van de wijn van Gods gramschap, die ongemengd is toebereid in de beker van zijn toorn; en hij zal gepijnigd worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen en van het Lam. En de rook van hun pijniging stijgt op in alle eeuwigheden, en zij hebben geen rust, dag en nacht, die het beest en zijn beeld aanbidden, en al wie het merkteken van zijn naam ontvangt. Hier blijkt de volharding der heiligen, die de geboden Gods en het geloof in Jezus bewaren.