Van God uit gezien is ons heil zeker, ook als we nog zondigen

Zie ook hoe Paulus zijn eerste brief aan de Korinthiërs, ondanks allerlei wantoestanden, adresseert aan „de geheiligden in Jezus Christus, de geroepen heiligen”.

Psalmen 37:28
want de Here bemint het recht, en Hij verlaat zijn gunstgenoten niet. Voor altoos blijven zij bewaard, maar het nageslacht der goddelozen wordt uitgeroeid.
Psalmen 125:1
Een bedevaartslied. Wie op de Here vertrouwen, zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar voor altoos blijft.
Johannes 6:39
En dit is de wil van Hem, die Mij gezonden heeft, dat Ik van alles wat Hij Mij gegeven heeft, niets verloren late gaan, maar het opwekke ten jongsten dage.
Johannes 10:27-29
Mijn schapen horen naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij, en Ik geef hun eeuwig leven en zij zullen voorzeker niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat mijn Vader Mij gegeven heeft, gaat alles te boven en niemand kan iets roven uit de hand mijns Vaders.
Johannes 18:9
opdat het woord vervuld werd, dat Hij gesproken had: Wie Gij Mij gegeven hebt, uit hen heb Ik niemand laten verloren gaan.
Romeinen 8:39
noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here.
Efeziërs 4:30
En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing.
1 Korinthiërs 16:8
Hij zal u ook bevestigen ten einde toe, zodat gij onberispelijk zult zijn op de dag van onze Here Jezus Christus.
Filippenzen 1:6
Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus.
Titus 1:2
in de hoop des eeuwigen levens, dat God, die niet liegt, voor eeuwige tijden beloofd heeft, terwijl Hij te zijner tijd zijn woord heeft openbaar gemaakt in de verkondiging,
1 Johannes 2:1-2
Mijn kinderkens, dit schrijf ik u, opdat gij niet tot zonde komt. En als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader Jezus Christus, de rechtvaardige; en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld.