De stijlfiguur der dreigende vraag

Op de dreigende vraag, nauw verwant aan de rhetorische vraag, kan men maar beter negatief antwoorden.

Genesis 37:8a
Daarop zeiden zijn broeders tot hem: Wilt gij soms koning over ons zijn? Wilt ge soms over ons heersen?
Genesis 37:10z
Zullen soms ik, uw moeder en uw broeders komen om ons voor u ter aarde neer te buigen?
Exodus 2:14m
Denkt gij soms mij te doden, zoals gij de Egyptenaar gedood hebt?

Kaïn spreekt zo zelfs tegen God.

Genesis 4:9
Toen zeide de Here tot Kain: Waar is uw broeder Abel? En hij zeide: Ik weet het niet; ben ik mijns broeders hoeder?