Egoïsme en altruïsme

In veel gevallen is egoïsme duidelijk evolutionair voordelig.

Altruïsme is ethisch goed en evolutionair slecht: zichzelf in gevaar brengen om Joden te redden helpt niet de eigen genen de strijd tegen andere (waaronder Joodse) te winnen.

Egoïsme, nepotisme (het bevoordelen van de eigen familie), tribalisme (eigen volk eerst — dit omvat nationalisme en patriottisme) en racisme zijn ethisch slecht maar evolutionair goed, want het bevoordelen van mensen die mijn genen delen bevoordeelt die genen. Weer kan als voorbeeld degeen dienen die het eigen gezin in gevaar bracht door Joodse onderduikers op te nemen, versus degeen die een Jood verried om de eigen kinderen tegen represailles te beschermen.

De indeling egoïsme/altruïsme is te naïef in het licht van evolutie. Zelfbescherming en zelfopoffering voor mijn nageslacht staan aan dezelfde kant, tegenover opoffering voor wezensvreemde genen. Doelloze zelfopoffering wordt vanuit beide oogpunten afgewezen. Reciprociteit hoort evolutionair bij opoffering voor nageslacht, en is geen „welbegrepen eigenbelang” maar een welbegrepen genlijnbelang.

Chimpansees kennen geen altruïsme.

Neem het geval waarin ik mij kan bevoordelen ten koste van anderen zonder dat dit uitkomt. Het is evolutionair altijd voordelig dit te doen — dus de neiging dit te doen zou zich snel verbreiden door de genenpoel. Hoe komt het dan dat wij een geweten hebben dat ons dat verbiedt? Chimpanzees hebben dat naar men mag aannemen niet, dus hoe zou het ontstaan kunnen zijn? Of zouden Chimpanzees het verloren hebben maar wij niet?

In feite zien wij de strijd tussen zedelijk en zelfzuchtig handelen dagelijks. We willen pronken met ons succes, maar voelen aan dat dat „onbehoorlijk” is — het behoort niet, het is zedelijk onjuist. Die strijd is analoog aan die tussen zede en economie, zoals uitgewerkt in het trolley problem.

Tegenwerping (Altruïsme als weeffout):
Misschien was het wel een foutje: door een mutatie ontstaat altruïsme; de (vrouwelijke, zwangere) mutant ontvlucht de groep waar ze niet zou kunnen overleven, en begint een eigen lijn van altruïsten, die als groep veel succesrijker is dan de egoïstische andere groepen. Door voortplanting met de eigen zoon werd de lijn zuiver voor altruïsme.
Antwoord:
Dan zou die lijn ook altijd zuiver moeten zijn gebleven; geen enkele maal mag een e-mannetje een a-vrouwtje verleid of verkracht hebben; nooit mogen die altruïsten een verstoten e-individu in de groep opgenomen hebben, en nooit mag er een regressie opgetreden zijn. Vooral dat laatste is onwaarschijnlijk, want egoïsme is zo voordelig dat het ongetwijfeld op talloze plaatsen in onze genen verankerd zou zijn.