Het Immmanentisme

Het in het Westen bekendste immanente geloof is het naturalisme.

Tegenwerping (Religies talrijk):
Er zijn godsdiensten in overvloed, dat maakt de a priori waarschijnlijkheid dat één specifieke van hen waar is klein. Het naturalisme daarentegen komt maar in één wezenlijke variant, en is daarmee a priori waarschijnlijker.
Antwoord:
Die duizenden immanente religies zijn moeilijk tegenover het eveneens immanente naturalisme op één lijn te stellen met het geloof in een transcendente God. Ofwel deze wereld vindt evenals alle andere zijn oorsprong in een transcendente geest, ofwel er is niet zo'n geest, en in dat beide gevallen zijn er al dan niet bovennatuurlijke krachten. Dat levert een vierdeling:
Theïsme
Wel een transcendente geest, wel bovennatuurlijke krachten.
Deïsme
Wel een transcendente geest, geen bovennatuurlijke krachten.
Bovennaturalisme
Geen transcendente geest, wel bovennatuurlijke krachten.
Naturalisme
Geen transcendente geest, geen bovennatuurlijke krachten.

((Te doen: reïncarnatie.))

Tot Indische religies behoort vaak het geloof in zielsverhuizing. Voor sommigen is die notie onbegrijpelijk, daar bij metempsychose wel de ziel, maar noch lichaam noch geest verhuist: gedachten, herinneringen en dergelijke gaan verloren. (Verhuizen verlangens, aandriften, neigingen mee?) In een immanente wereld is ook niet duidelijk wat identiteit is afgezien van deze zaken, tenzij er een soort „zielsstof” zou zijn die doorgegeven wordt (maar zelfs dan dient verklaard te worden hoe identiteit wel aan die ziel, maar niet aan lichaam en geest hangt).

((Elders doen: palingenese oftewel wedergeboorte. Mattheüs 19:28, Titus 3:5. Ook Gilgul haNeshamot.))

De Indische denkers hebben heel goed gezien hoe — immanent — ons denken en waarnemen niet betrouwbaar kan zijn. Dat probleem van de illusie is echter zó pervasief dat het tot een fataal argument leidt. Hun immanentisme maakte ook dat ze nooit het Cartesisch probleem hebben kunnen erkennen.