Judaïsmeꜛ
((Ooit uitwerken.))
- Tegenwerping (Judaïsmeꜛ):
- Antwoord:
- ((Nog te doen.))
- We moeten onderscheid maken tussen de leer van het Oude Testament en de huidige Judaïstische leer.
- Tegenwerping (Chonja vervloektꜛ):
- Volgens Mattheüs 1:11 stamde Jozefꜛ af van Chonjaꜛ, en ook Mariaꜛ stamt volgens Lukas 3:27 af van Zerubbabelꜛ, diens kleinzoon. Welnu, volgens Jeremia 22:30 was deze Chonja (of Jechonjaꜛ) vervloekt (evenals zijn vader Jojakimꜛ: Jeremia 36:30): geen nakomeling van hem zou ooit koning zijn. Welke lijn we dus ook volgen, Jezus kan nooit koning zijn.
- Antwoord:
- Die vloek was er inderdaad, maar die „afgerukte zegelring”ꜛ (Jeremia 22:24-25) is door God in Zerubbabel nadrukkelijk weer aangedaan: Haggaï 2:24, zoals voorzegd in Jeremia 18:7-8. Vergelijk ook Ezechiël 33:14-16.
((Het volgende hoort algemeen onder Thora.))
- Tegenwerping (Dieroffers immoreelꜛ):
- Dieren kunnen lijden; daarom zijn slachtoffers onzedelijkꜛ.
- Antwoord:
- Als dieren het recht hebben niet geslacht te worden zijn inderdaad zulke offers onethischꜛ — maar hebben ze dat recht? Wie heeft hun dat recht gegeven? (Hier speelt onze zedelijke intuïtie.)
- Dieroffersꜛ werden voor het grootste deel opgegeten: deels door de priestersꜛ, maar vooral door de brenger van het offerꜛ zelf. Slechts een zeer klein deel (vooral vet) ging in rook op op het altaar. Als offeraar was de priester vooral een efficiënte slager, die door zijn grote ervaring de dieren meestal met minder lijden kon slachten dan de thuisslachter.