Heelalevolutieꜛ
Volgens Lee Smolinꜛ vormt een zwart gatꜛ een poort naar een miniheelalꜛ, zodat er een stamboom van universa ontstaat waarbinnen een soort evolutie plaatsvindt.
- Reproductie
- Universa met veel zwarte gaten hebben veel nakomelingen, en de kans dat een willekeurig heelal zo'n vruchtbare voorouder had is dus naar verhouding hoog. Welnu, zwarte gaten ontstaan vooral door sterimplosies, dus werelden waarin sterren (en dus planeten) waarschijnlijk zijn hebben meer kroost.
- Mutatie
- De waarden voor de natuurconstanten binnen het kroostheelalꜛ kunnen licht afwijken van die van het ouderheelalꜛ.
- Selectie
- Werelden die geen zwarte gaten voortbrengen zullen uiteindelijk de warmtedood sterven zonder nakomelingen te hebben voortgebracht.
Smolins ideeën worden algemeen verworpen door natuur- en sterrenkundigen, om onder meer de volgende redenen.
- Ze zijn deels niet falsifieerbaar.
- Ze berusten op ad-hoc- en weerlegde aannamen.
- Smolin zelf voorspelde in 1992 dat er in ons heelal geen neutronenster zou worden gevonden met een massa van meer dan 1,6x die der zon, daar een zwaardere neutronenster zou aantonen dat ons heelal niet optimaal is voor de productie van zwarte gaten. Welnu, in 2010 werd een pulsar, een bepaald type neutronenster, gevonden met een massa groter dan tweemaal die der zon. In een heelal met een iets beter gekozen massa van de quark „vreemd” zou die ster een zwart gat zijn geweest, dus die quarkmassa, een natuurconstante, is in ons heelal niet optimaal.
- Ons heelal lijkt schier oneindig veel beter afgestemd op het ontstaan van intelligent bewust leven dan op het vormen van zwarte gaten. Dat is vreemd, als dat laatste het criterium voor reproductief voordeel is.
- Zwarte gaten ontstaan in overgrote mate in werelden waarin geen stervorming kan plaatsvinden doordat iedere potentiële oerster al in een zwart gat verandert.
- Kortlevende universa zouden snel overheersen in de populatie, ook al zouden ze minder zwarte gaten produceren, eenvoudigweg doordat ze die sneller produceren — zoals bacteriën, als ze niet tegen milieubarriëres oplopen, al gauw qua aantal de zoogdieren tot een verwaarloosbare minderheid maken.
- Stephen Hawkingꜛ verloor een weddenschap van John Preskillꜛ (spelling?) dat het ontstaan van een kindheelalꜛ mogelijk zou zijn. Hiervoor is namelijk nodig dat informatie compleet verdwijnt uit het ouderheelal en door het wormgatꜛ in het nieuwe terecht komt. Dit blijkt echter quantenmechanisch onmogelijk: alle informatie in een zwart gat blijft beschikbaar binnen het ouderheelal, in de vorm van een soort „spiegel in de tijd” rond het zwarte gat.
((
- Een zwart gat blijft materie opnemen — leidt dat tot werelden waarin spontane generatie van materie aan de orde is? Zo'n wereld bewonen wij niet, volgens alle bekende feiten.
- Er is geen herbruik van materie, zoals in biologische evolutie. Alle materie die geen zwart gat wordt wordt onttrokken aan het voortplantingsproces. Kroostwerelden zijn in het algemeen veel kleiner dan hun ouders. Is zo'n veel grotere iets minder anthropische ouder waarschijnlijker dan een iets anthropischer maar veel kleiner kind? Zo neen, dan verklaart deze hypothese niets.
- Waar komen die „kleine variaties” vandaan? Gelijke constanten is begrijpelijk — tenslotte is het kind een afgesnoerd deel van de ouder. Willekeurige constanten is verdedigbaar: bij het vormingsproces kan informatie verloren zijn gegaan, achtergebleven in de ouder (zoals ook blijkt te gebeuren). Maar licht veranderde constanten?