Neurologie en Cognitieve Wetenschap

Neurologie is de wetenschap die zich bezig houdt met de zenuwen, en in het bijzonder met het brein, de hersenen.

De cognitieve wetenschap houdt zich bezig met het lichte probleem het virtuele bewustzijn te verklaren. In het bestuderen van hersenprocessen die samenhangen met bewustzijn en qualia komen beide disciplines samen.

Duidelijk lijkt dat het reële bewustzijn sterk gekoppeld is aan hersenprocessen, maar tot nog toe is er geen enkel wetenschappelijk inzicht in de aard van die koppeling. (Wel is er voor transcendentisten een sterk wijsgerig inzicht.)

((Te doen.))

Het brein heeft een verre van directe structuur — kijk maar eens hoe de pijnappelklier zijn lichtinformatie van het oog krijgt. Dat maakt het a priori onwaarschijnlijk dat als bewustzijn spontaan uit structuur ontstaat, ons beeld van de wereld overeenkomt met de werkelijkheid. Het is niet zo dat de buitenwereld op enigerlei wijze „direct” wordt afgebeeld in ons brein.

Donald D.­Hoffman: „What may be unique to humans as a species is a perceptual and cognitive apparatus which, for the first time in evolutionary history, can rise above the assumption, whether tacit or explicit, that our perceptions in some way resemble objective reality.” (Dismissing God, in Tobias Daniel Wabbel (ed.), In the beginning was (no) god — on human existence and other absurdities.)

((Toevoegen: religie als overactieve agentuur­herkenning.)) De neiging patronen te herkennen in lukrake stimuli is gekoppeld aan dopamine, L-dopa. Een antipsychoticum is vaak een dopamine-­antagonist, en zal de neiging verminderen. Amfetaminen zoals cocaïne zijn dopamineägonisten versterken de neiging. Voor visuele stimuli is vooral de rechter­hersenhelft hierbij betrokken — een visuele stimulus in de linkerhelft van het gezichts­veld leidt vaker tot het zien van patronen.

Natuurlijke categorieën worden heel anders opgeslagen dan categorieën van artefacten. Van natuurlijke categorieën wordt vooral de compositie opgeslagen (alle zoogdieren hebben een lever), en wel in de temporale lobben; van artefacten vooral de functie (alle bekers zijn om uit te drinken), en wel in de frontopariëtale regionen.

((Te doen.))

Neurologische afwijkingen.

Halfzijdige verwaarlozing (Hemi­agnosie, zicht­verwaarlozing, verwaarlozings­syndroom)
Zonder God kunnen we niets weten, en lijkt het leven absurd. Maar, als waren we hersenpatiënten met halfzijdige verwaarlozing, we weigeren niet enkel de kant van God op te kijken, maar we zijn er ook van overtuigd dat daar niets is.
Het syndroom van Cotard
De overtuiging dood te zijn, niet te bestaan, te verrotten, of zijn bloed of interne organen kwijt te zijn.
Het syndroom van Capgrass
De overtuiging dat bekenden vervangen zijn door look-alikes.
De delusie van Fregoli
De overtuiging dat verschillende personen in werkelijkheid dezelfde persoon in verschillende vermommingen zijn.

Deze afwijkingen tonen aan hoe onbetrouwbaar ons weten onder het naturalisme is: wie zegt dat wij niet allen een immens aantal vergelijkbare afwijkingen hebben, die onze beschrijving van de werkelijkheid vervalsen? Hoe zouden wij kunnen weten of de evolutie de grote massa van dergelijke fouten al min of meer gecorrigeerd heeft? Evolutie corrigeert meestal met een „kluge”‥