Wets­ethiek

Immanuel Kant: doe wat zou volgen uit een wet (maxime) die je algemeen geldig zou willen hebben. Dat wil zeggen: doe wat de gehele populatie gemaximeerd (tot maxime gemaakt) zou willen zien. Een probleem bij dit maximeren is het bepalen van de populatie: hoe groter de populatie, des te minder maximeerbare regels er mogelijk zijn. „Discrimineer ten voordele van blanken” is een regel die blanke racisten wellicht als maxime ingevoerd zou willen zien; ook voor niet-blanken, maar die die niet-blanken niet zullen willen.

Tegenwerping (Maximeren):
Het is wel mogelijk Kants ethiek toe te passen; we moeten dan enkel beperkingen opleggen aan het soort maxime dat aanvaardbaar is. Regels die expliciet een bepaalde persoon of groep noemen zijn niet acceptabel. Juist doordat het hier gaat om een conventionele ethiek kunnen we zo'n gelijkheidseis opleggen.
Antwoord:
Zou „Laat het belang van mensen voorgaan op dat van dieren (of planten)” dan wel een acceptabele maximering zijn? Wat is het fundamentele verschil tussen beide maximen?
Tegenwerping (Dieren minder dan mensen):
Het verschil is dat moraal menselijk is: Dieren en planten kennen geen ethiek; ze kunnen het concept niet eens vormen.
Antwoord:
Dat kunnen idioten ook niet. Is „Laat het belang van intelligente mensen voorgaan op dat van idioten” daarmee aanvaardbaar? Neen, een beperking tot mensen zal ook weer puur conventioneel zijn, waarbij zij die zich onder die conventie willen stellen het dus eens moeten zijn over de vraag of ongeboren kinderen, comateuzen met onherstelbaar geachte hersenbeschadiging, en zo voort, onder de mensen vallen.
En een regel „Enkel mensen met een rijbewijs mogen auto's besturen” — ook die noemt een bepaalde groep, waar ik wellicht deel van uitmaak. Is die regel daarmee verboden? En als die regel toegestaan is, is „Enkel mensen met een lidmaatschapskaart van het Terroristisch Front mogen mensen doden” dat dan ook?

Wil maximering bruikbaar zijn, dan moet men het eens zijn omtrent de antwoorden op vragen als de bovenstaande, en daarmee moet men het voordat dit stelsel wordt ingevoerd al eens zijn over het antwoord op de belangrijke ethische vragen, en voegt die maximering weinig toe.

((Te doen.))

Bertrand Russell onderzoekt in zijn History of Western Philosophy in het hoofdstuk over Plato's republiek nog enige criteria.

„Gewenst”
Dit is afhankelijk van de interpretatie ofwel een petitio principii, ofwel een beroep op een meerderheidsethiek.
„Niet zelfzuchtig”
Dit is waarschijnlijk onmogelijk, als regels die mensen bevoordelen boven dieren, of levende zaken boven levenloze, of materie boven vrije energie als zelfzucht worden gezien. Als dat niet de bedoeling is is een criterium voor zelfzucht nodig.
„Wie dit wil wil natuurlijk ook dat anderen het willen”
Dit doet weinig — het filtert wensen uit van de aard „Ik wil dat anderen lijden”, als dat lijden inhoudt dat die anderen niet willen lijden. Op zich nuttig, maar een erg zwaar middel voor een gering effect. En als neveneffect filtert het ook „Ik wil dat anderen altruïstisch zijn” uit, als dat altruïsme omvat het blijmoedig aanvaarden van andermans egoïsme.

Kant maakt onderscheid tussen handelen uit plicht, wat slechts wettig is, en handelen uit eerbied voor de plicht, wat voluit ethisch is. Dus iemand die uit angst voor straf, of uit gewoonte, zijn plicht doet is daarmee nog niet ethisch.