Meerderheid

Wie stelt dat consensus onder de meerderheid van de bevolking, of enige andere situatie ons het recht geeft onze moraal op te leggen aan anderen, beroept zich daarmee op een hogere ethische regel, en plaatst zich daarmee in het kamp van de transcendente ethiek. Ook als pure conventie heeft meerderheidsethiek enige nadelen.

Als ik alle anderen doodmartel ben ik in de meerderheid. Is daarmee mijn doodmartelen achteraf goed? Het wordt unaniem door mij goedgekeurd! Sterker nog, als ik al enigen heb doodgemarteld is het ethischer door te gaan en allen die mijn gedrag afkeuren ook te doden. Daarmee wordt mijn gedrag namelijk ethisch juist.

Hiermee is iedere ethische vernieuwer per definitie onethisch, en even onethisch is het, zijn stelsel te overwegen — dan overweegt men immers datgene goed te vinden wat door de meerderheid slecht gevonden wordt, en dus slecht is, of, omgekeerd, datgene slecht te vinden wat door de meerderheid goed gevonden wordt, en dus goed is. Iemand als Jezus was dan een liederlijk type.

Een zin als „Men vindt abortus goed, maar het is verkeerd” (of andersom) is dan analytisch onjuist — voor die conclusie is geen feitenonderzoek of ethisch denken nodig, het volgt gewoon uit deze definitie van ethiek.

((Dit is feitelijk een intersubjectieve ethiek.))