De tachas

Exodus 25:5, Exodus 35:7
roodgeverfde ramsvellen, tachasvellen en acaciahout;
Exodus 26:14
Ook zult gij een dekkleed voor de tent maken van roodgeverfde ramsvellen, en een dekkleed van tachasvellen daaroverheen.
Exodus 35:23
en iedere man die blauwpurper, roodpurper, scharlaken, fijn linnen, geitehaar, roodgeverfde ramsvellen en tachasvellen in zijn bezit had, bracht dit.
Exodus 36:19
Ook maakte men een dekkleed voor de tent van roodgeverfde ramsvellen, en een dekkleed van tachasvellen daaroverheen.
Exodus 39:34
het dekkleed van roodgeverfde ramsvellen, het dekkleed van tachasvellen, het voorhangsel ter bedekking,
Numeri 4:6a
daarover zullen zij een bedekking van tachasvel leggen,
Numeri 4:8
daarover zullen zij een scharlaken kleed spreiden en dit bedekken met een bedekking van tachasvel, en de draagstokken aanbrengen.
Numeri 4:10-12
en zij zullen hem met al zijn gerei plaatsen op een bedekking van tachasvel en op een draagbaar zetten. Over het gouden altaar zullen zij een blauwpurperen kleed spreiden en dit bedekken met een bedekking van tachasvel en de draagstokken aanbrengen. Dan zullen zij al het dienstgerei nemen, waarmee zij in het heilige dienst doen en dat op een blauwpurperen kleed plaatsen en het bedekken met een bedekking van tachasvel en op een draagbaar plaatsen.
Numeri 4:14
en daarop leggen al zijn gerei, waarvan men zich daarbij bedient, de vuurpannen, de vorken, de scheppen, de sprengbekkens, al het gerei van het altaar, en daarover een bedekking van tachasvel spreiden, en de draagstokken aanbrengen.
Numeri 4:25
zij zullen dragen de tentkleden van de tabernakel en de tent der samenkomst de bedekking daarvan en de bedekking van tachasvel, die daar overheen ligt het voorhangsel voor de ingang van de tent der samenkomst,

Het is onduidelijk welk dier wordt bedoeld met het Hebreeuws tachasj. De oude vertalingen vertalen het niet als een dier maar als een kleur. Het Arabisch duchas of Arabisch tuchas betekent dolfijn, zeehond, of in het algemeen zeezoogdier. Verschillende soorten daarvan komen voor in de Rode Zee, en één daarvan, de Halicora, geeft hard leer geschikt voor schoenzolen.

Ezechiël 16:10
Ik bekleedde u met een kleurig geborduurd gewaad, schoeide u met het kostbaarste leder, wond u een fijn linnen hoofddoek om en hulde u in zijde.
(Het Hebreeuws heeft: „Schoeide u met tachas”.)

Dit woord is hetzelfde als de naam in Genesis 22:24.