De tempel is het nieuwe Jeruzalem

Deze tempel is het Nieuwe Jeruzalem, zoals blijkt uit het beeld van de gemeente als bruid.

Openbaring 21:2
En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is.
Openbaring 21:9-22
En er kwam een van de zeven engelen met de zeven schalen, die vol waren van de laatste zeven plagen, en hij sprak met mij, zeggende: Kom hier, ik zal u tonen de bruid, de vrouw des Lams. En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg, en hij toonde mij de heilige stad, Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God; en zij had de heerlijkheid Gods, en haar glans geleek op een zeer kostbaar gesteente, als de kristalheldere diamant. En zij had een grote en hoge muur en zij had twaalf poorten en op de poorten twaalf engelen, en namen op (de poorten) geschreven, welke zijn die van de twaalf stammen der kinderen Israëls. Naar het oosten waren drie poorten en naar het noorden drie poorten en naar het zuiden drie poorten en naar het westen drie poorten. En de muur der stad had twaalf fundamenten en daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen des Lams. En hij, die met mij sprak, had een gouden meetstok, om de stad op te meten, en haar poorten en haar muur. En de stad lag in het vierkant en haar lengte was even groot als haar breedte; en hij mat de stad met de stok: twaalfduizend stadien; haar lengte en haar breedte en haar hoogte waren gelijk. En hij mat haar muur op: honderd vierenveertig el, mensenmaat, die engelenmaat is. En de bouwstof van haar muur was diamant; en de stad was zuiver goud, gelijk zuiver glas. En de fundamenten van de muur der stad waren met allerlei edelgesteente versierd. Het eerste fundament was diamant, het tweede lazuursteen, het derde robijn, het vierde smaragd, het vijfde sardonyx, het zesde sardius, het zevende topaas, het achtste beril, het negende chrysoliet, het tiende chrysopraas, het elfde saffier, het twaalfde amethist. En de twaalf poorten waren twaalf paarlen: iedere poort afzonderlijk was uit een parel; en de straat der stad was zuiver goud, gelijk doorschijnend glas. En een tempel zag ik in haar niet, want de Here God, de Almachtige, is haar tempel, en het Lam.

Het leven in die tempelstad:

Openbaring 21:23-27
En de stad heeft de zon en de maan niet van node, dat die haar beschijnen, want de heerlijkheid Gods verlicht haar en haar lamp is het Lam. En de volken zullen bij haar licht wandelen en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid in haar; en haar poorten zullen nooit gesloten worden des daags, want daar zal geen nacht zijn; en de heerlijkheid en de eer der volken zullen in haar gebracht worden. En in haar zal niets onreins binnenkomen, en niemand, die gruwel en leugen doet, maar alleen zij, die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam.
Openbaring 22:1-5
En hij toonde mij een rivier van water des levens, helder als kristal, ontspringende uit de troon van God en van het Lam. Midden op haar straat en aan weerszijden van de rivier staat het geboomte des levens, dat twaalfmaal vrucht draagt, iedere maand zijn vrucht gevende; en de bladeren van het geboomte zijn tot genezing der volkeren. En niets vervloekts zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daarin zijn en zijn dienstknechten zullen Hem vereren, en zij zullen zijn aangezicht zien en zijn naam zal op hun voorhoofden zijn. En er zal geen nacht meer zijn en zij hebben geen licht van een lamp of licht der zon van node, want de Here God zal hen verlichten en zij zullen als koningen heersen in alle eeuwigheden.