De zeldzame naturalist

Een probleem voor naturalisten is hun zeldzaamheid, de minderheidspositie waarin zij verkeren. De naturalist dient het vertrouwen dat hij in zijn rede heeft te verklaren, en tegelijk het feit dat de overgrote meerderheid van de mensen zijn wereldbeeld niet deelt. Als de menselijke rede in het algemeen betrouwbaar zou zijn, dan zou men mogen aannemen dat de meerderheid waarschijnlijker gelijk heeft dan de minderheid, en dat dus de naturalist waarschijnlijk ongelijk heeft — op zijn minst dat die zijn rede met een gezond wantrouwen zou moeten benaderen.

De andere mogelijkheid is dat de naturalist (hetzij deze ene, hetzij de gemiddelde) een a priori betrouwbaarder rede heeft dan de niet-naturalist — en die claim behoeft een stevige onderbouwing.

Tegenwerping (Zeldzaamheid gewoon):
Maar alle levensovertuigingen zijn zeldzaam, als je maar precies genoeg kijkt. Er zijn misschien veel Christenen of Moslims, maar slechts weinig Hersteld Hervormden of volgers van Ibn Ruh.
Antwoord:
Ten eerste: het is hier geen kwestie van precies kijken. De Griekse goden waren anders dan de Romeinse, maar men herkende elkaars goden en was het hooguit oneens over de ware aanbidding (in heel ruime zin). Hersteld Hervormden herkennen ook de God der Servisch Orthodoxen, al zullen die twee groepen beide stellen dat de ander onjuist aanbidt. Er is geen bijna-continuüm waarin het naturalisme met vele andere levensovertuigingen samenkomt, zoals met het Christendom, of zelfs de Abrahamitische godsdiensten tezamen. Er zijn enkele grote bijna-continua: het Abrahamitische, het immanente polytheïsme, het monisme, die tezamen het grootste deel van de wereldbevolking omvatten. Het naturalisme staat als klein puntje apart, hooguit samen met het deïsme.