Relatieve snelheid

Snelheden kunnen niet meer zomaar worden opgeteld: iemand die N km/u gaat en daar nog eens N km/u bovenop doet gaat niet met 2×N km/u, maar met minder dan dat. De topsnelheid komt immers nooit boven de lichtsnelheid (zo'n 300.000 km/s). Nu is snelheid niets anders dan de gereisde afstand per tijdseenheid, dus ergens moet iets gaan wringen, die afstand of die tijdseenheid. Verderop, bij tijd en bij lengte, zullen we zien dat het inderdaad bij beide gaat wringen.

Dit betekent een grote omkering in het denken. Vroeger werden tijd en ruimte als fundamenteel gezien, en snelheid als een afgeleid begrip, dat uitgedrukt werd in termen van de fundamentele eenheden: „kilometer per uur”, „meter per seconde”, en zo voort. Nu is het opeens andersom: de lichtsnelheid is fundamenteel, en tijd en ruimte vervormen als dat nodig is om die lichtsnelheid constant te houden. ((Dat is onjuist gesteld.))