Zijn relativiteit en quantentheorie strijdig?

Albert Einstein deed met twee collega's, Podolsky en Rosen, een gedachtenexperiment, dat niet verbazingwekkend als het Einstein-Podolsky-Rosen-­gedachtenexperiment de geschiedenis in is gegaan.

Er zijn deeltjes die in twee helften uiteen kunnen vallen, die dan ieder een tegengestelde „draai” krijgen. Er valt niet te voorspellen welke helft welke draai zal krijgen, maar als de ene helft linksom draait draait de andere altijd rechtsom, en omgekeerd.

Volgens de standaardinterpretatie van de quantenmechanica betekent dit dat die helften geen draairichting hebben totdat een toeschouwer vaststelt welke kant ze op draaien. Nauwkeuriger gezegd: elk van beide helften heeft een superpositie van „linksom” en „rechtsom”, en als de toeschouwer naar zo'n helft kijkt, kiest die helft één van de twee — en op hetzelfde moment kiest de andere helft de andere draairichting. Maar dan kunnen we die twee helften onbekeken heel ver uit elkaar brengen, en daarna nagenoeg tegelijk door twee toeschouwers laten bekijken. Het gevolg is dat de eerst-bekeken helft kiest, en die keuze moet meedelen aan zijn wederhelft — en als die maar ver genoeg weg is en snel genoeg na de eerste bekeken wordt moet de informatie omtrent die keuze sneller dan het licht reizen — hetgeen niet kan volgens de relativiteitstheorie. Hier botsen dus de relativiteitstheorie en de standaardinterpretatie van de quantentheorie.

Het experiment is inmiddels meer dan een gedachte, want het is uitgevoerd door de heer Alain Aspect, en inderdaad: telkens bleken de twee helften verschillende kanten op te draaien, hoe ver ze ook uiteen werden gebracht, en hoe snel na elkaar ze ook bekeken werden.

Onder de standaardinterpretatie is dit alles zeer mysterieus, maar onder Bohms interpretatie is het nogal wiedes: als het deeltje uiteenvalt krijgen beide helften een tegengestelde draai, en niks superpositie en communicatie.

((Te doen.))

De licht­kegel beschrijven. Gebeurtenissen binnen iemands lichtkegel liggen in die persoons verleden of toekomst; gebeurtenissen buiten de lichtkegel zijn contemporaine gebeurtenissen: als twee waarnemers ten opzichte van elkaar bewegen kan het ongedefinieerd zijn wie van beide als eerste zijn helft bekijkt.