Relatieve lengte

Als snelheden niet meer opgeteld mogen worden betekent dat dat ook lengte niet meer constant is, want als ik op een plank die met N km/u beweegt nogmaals met N km/u voorwaarts wandel zou ik me met 2×N km/u voortbewegen. Voor een stilstaande waarnemer zal het minder zijn doordat de plank korter is geworden. (En ik slanker, zoals voorstanders van sporten om af te vallen soms benadrukken.)

Als de lichtsnelheid constant is, is een goede manier om de lengte van iets te meten: kijken hoe lang het licht er over doet van het ene tot het andere einde. De reiziger uit ons voorbeeld kan dus de lengte van zijn wagon meten door (bijvoorbeeld) voorin een spiegel op te hangen en zelf achterin te gaan staan en daar een lichtflits te produceren. Die flits komt terug in één vijfmiljoenste seconde, en de reiziger concludeert dat zijn wagon dertig meter lang is.