Geestꜛ is niet reducibel tot stofꜛ
Hier wordt stof in mechanische zin verstaan. Uit stof kan met behulp van de wetten der natuurkunde allerhande gedrag worden afgeleid, maar nooit reëel bewustzijnꜛ. Uit het gedrag van anderen, hoe complex ook (split-brain experimentsꜛ), kan nooit een gefundeerde conclusie omtrent bewustzijn worden getrokken. Voor die conclusie is altijd a-prioriwetenschap nodig.
(Stof — levenꜛ zou wel kunnen, als we onder dat leven iets mechanisch verstaan.)
Natuurwetten voorspellen namelijk enkel materieconstellaties, en geen gevoelens of qualia. In natuurkundige termen kunnen wij bewustzijn niet eens beschrijven, laat staan een pad van iets onbewusts naar iets bewusts vinden.
((Stel dat ik één hersenhelft zou ruilen met iemand anders, en eventueel later weer terug zou ruilen. Wat zou ik mij dan herinneren? Zou ik dan kunnen ontdekken of die ander dezelfde qualia had als ik?))