Determinisme

Het determinisme is de strengste vorm van libertair nihilisme.

((Nog te doen.))

En feitelijk komt het grote bezwaar hierop neer: wij zijn gewend aan een wereld die zich houdt aan een aantal regels, die wij langzaamaan steeds beter leren kennen, en een geclaimde uitzondering op zo'n regel nemen we dan ook niet gauw aan. Wetenschappelijk kunnen we al helemaal niets met zulke uitzonderingen, want de wetenschap onderzoekt het herhaalbare — vandaar ook die eindeloze discussies over de evolutietheorie.

Ook statistisch kunnen we niet met uitzonderingen overweg, omdat statistiek altijd uitgaat van een zogeheten nul­hypothese, die beschrijft hoe de wereld eruitziet als er „niets aan de hand is” — pas als we dat weten kunnen we uitrekenen wat de kans op een afwijking is. Maar de vraag is nou juist wat normaal is: als we aannemen dat de wereld altijd de natuurwetten volgt kunnen we direct uitrekenen dat de kans op een uitzondering nul is; als we aannemen dat het puur toeval is dat de wereld nou net steeds overeen bleek te komen met de door ons gevonden wetten zullen we een afwijking eerder vandaag dan morgen verwachten. Als we een tussenliggende nulhypothese aannemen krijgen we tussenliggende resultaten.

Feitelijk hebben we totaal geen reden te verwachten dat de wereld aan enige wet zal blijven voldoen, dat is de bekende inductieparadox. Want waarom geloven we dat X zal plaatsvinden? Omdat dat in het verleden ook steeds gebeurd is. Maar waarom geloven we dat de toekomst zal lijken op het verleden? Alleen omdat in het verleden de toekomst ook steeds is gebleken te lijken op het verleden — en dat is de drogreden der petitio principii: om iets aan te tonen (dat de toekomst op het verleden zal lijken) moet je al aannemen wat je wilt aantonen.

Hier zou je Ockham weer te hulp kunnen roepen, en zeggen dat een wereld die zich aan de regels houdt gemakkelijker te beschijven valt dan een die dat niet doet — en dat is natuurlijk waar, maar niet waar het om gaat. Het gaat er om de huidige wereld zo simpel mogelijk te beschrijven, en als dat een wereld mèt opstanding van Christus is, is de eenvoudigste beschrijving er hoe dan ook een die die opstanding beschrijft. Je kunt niet de werkelijkheid aanpassen om je model te vereenvoudigen, zoals ook Albert Einstein uitlegde. Natuurlijk, de zwaartekrachtwetten van Newton waren eenvoudiger dan die van hem, maar „you must make everything as simple as possible, but not simpler”. Dus ook Ockham helpt ons niet bij het beslissen of de opstanding wel of niet mogelijk is. Er is een wereldbeschrijving mogelijk waarin de opstanding wel mogelijk is, en ook een waarin zij niet mogelijk is.

Tegenwerping (Deterministische rede mogelijk):
Sterker nog, rede vereist determinisme. Rede is syntactiseerbaar, en blijkt strenge wetten te volgen — ideaal voor een deterministische implementatie. Daardoor zijn computers ook zo succesvol.
Antwoord:
Dat is juist, maar gaat voorbij aan het probleem. Als ik een bepaald gevolg trek louter doordat ik zo gebouwd ben is er geen reden te veronderstellen dat die gevolgtrekking juist is — net zoals een computerprogramma met fouten ongehinderd onjuiste stappen maakt. En mensen als redeneerders maken fouten, dat is bekend, dus we weten dat wij een incorrect redeneerprogramma hebben.
Tegenwerping (Begrip vereist determinisme):
Er zijn maar twee mogelijkheden: ofwel de wereld is redelijk, wetten-volgend, ofwel ze is toevallig. Een toevallig heelal kunnen wij niet doorgronden; we hebben determinisme nodig voor begrip. In een onbegrijpelijke wereld kunnen wij niet tot kennis komen, dus als er kennis is is de wereld deterministisch.
Antwoord:
Die laatste premisse is onjuist. Al zou de wereld deterministisch zijn, wij kennen haar niet volkomen — ik ken niet al jouw breintoestanden, dus ik kan je gedrag niet causaal verklaren. Kan ik daardoor geen kennis van je hebben? Op fundamenteel niveau kunnen we zelfs de vereiste kennis niet hebben, zodat quantumgedrag voor ons noodzakelijk onvoorspelbaar is. Betekent dat dat kennis onmogelijk is?
Er is veel tussen volslagen toeval en totaal determinisme, en het heelal neigt naar determinisme, zonder geheel in dat extreem te vervallen. Er is genoeg regelmaat van de juiste soort om leren mogelijk te maken.

((Te doen.))

De veronderstelling van determinisme is onfalsificeerbaar — en daar wetenschappelijkheid falsificatie vereist is de deterministische hypothese daarmee onwetenschappelijk. Falsificatie zou immers inhouden dat het universum tweemaal in dezelfde toestand komt, met verschillende vervolgtoestanden — maar de uitspraak „tweemaal in dezelfde toestand” heeft voor het heelal geen betekenis, daar „dezelfde toestand” voor het heelal ook „hetzelfde tijdstip”, en zo voort, inhoudt, zodat er geen sprake is van „tweemaal”.