Aanhalingen betreffende lijden en sterven van Jezus

Jezus' kruisiging.

Psalmen 22:19
Zij verdelen mijn klederen onder elkander en werpen het lot over mijn gewaad.
Mattheüs 27:35
Nadat zij Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij zijn klederen door het lot te werpen,
Marcus 15:24
En zij kruisigden Hem en verdeelden zijn klederen door het lot te werpen, wat ieder ervan krijgen zou.
Lukas 23:34z
En zij wierpen het lot om zijn klederen te verdelen.
Johannes 19:24
Zij zeiden dan tot elkander: Laten wij dit niet scheuren, maar erom loten, voor wie het zijn zal; zodat het schriftwoord vervuld werd: Zij hebben mijn klederen onder elkander verdeeld en over mijn kleding hebben zij het lot geworpen. Dit hebben dan de soldaten gedaan.

Zijn lijden

Psalmen 22:2
Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, bij de woorden van mijn jammerklacht?
Mattheüs 27:46
Omstreeks het negende uur riep Jezus met luider stem, zeggende: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat is: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?
Marcus 15:34
En op het negende uur riep Jezus met luider stem: Eloi, Eloi, lama sabachtani, hetgeen betekent: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?
(Hier geeft de vertaling een herhaling voor het begrip.)
Jesaja 53:4-6
Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte. Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden. Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de Here heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen.
1 Petrus 2:24-25
die zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven; en door zijn striemen zijt gij genezen. Want gij waart dwalende als schapen, maar thans hebt gij u bekeerd tot de herder en hoeder van uw zielen.
Zie ook
Hoe Mattheüs een symbolische vervulling van Jesaja's passage geeft.
Jesaja 53:7-8
Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open. Hij is uit verdrukking en gericht weggenomen, en wie onder zijn tijdgenoten bedacht, dat hij is afgesneden uit het land der levenden? Om de overtreding van mijn volk is de plaag op hem geweest.
Handelingen 8:32-33
En het gedeelte van de Schrift, dat hij las, was dit: Gelijk een schaap werd Hij ter slachting geleid; en gelijk een lam stemmeloos is tegenover de scheerder, zo doet Hij zijn mond niet open. In de vernedering werd zijn oordeel weggenomen: wie zal zijn afkomst verhalen? Want zijn leven wordt van de aarde weggenomen.
Psalmen 31:6
In uw hand beveel ik mijn geest; Gij verlost mij, HERE, getrouwe God.
Mattheüs 27:50
Jezus riep wederom met luider stem en gaf de geest.
Marcus 15:37
En Jezus slaakte een luide kreet en gaf de geest.
Lukas 23:46
En Jezus riep met luider stem: Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest. En toen Hij dat gezegd had, gaf Hij de geest.
Zie ook
Handelingen 7:59, waar Stefanus deze Godstaak aan Jezus opdraagt.

Het sterven van Jezus.

Jesaja 53:12
Daarom zal Ik hem een deel geven onder velen en met machtigen zal hij de buit verdelen, omdat hij zijn leven heeft uitgegoten in de dood, en onder de overtreders werd geteld, terwijl hij toch veler zonden gedragen en voor de overtreders gebeden heeft.
Lukas 22:37a
Want Ik zeg u, dat dit woord, dat geschreven is, aan Mij in vervulling moet gaan: En Hij is onder de misdadigers gerekend.
Zie ook
Marcus 15:28 — uit contaminatie met bovenstaand vers van Lukas.

Jezus als Paaslam.

Exodus 12:46
In een huis zal het gegeten worden; gij zult van het vlees niets uit het huis naar buiten brengen; geen been zult gij ervan breken.
Numeri 9:12
Men zal niets ervan laten overblijven tot de volgende morgen, en geen been eraan breken; geheel volgens de inzetting van het Pascha zal men het vieren.
Johannes 19:36
Want dit is geschied, opdat het schriftwoord zou vervuld worden: Geen been van Hem zal verbrijzeld worden.

(Tegelijk geeft Johannes hiermee aan dat Jezus rechtvaardig is: Psalmen 34:20-21.)