Aanhalingen betreffende de Messias

De Messias zal Zoon van God zijn.

2 Samuël 7:14
Ik zal hem tot een vader zijn, en hij zal Mij tot een zoon zijn. Wanneer hij ongerechtigheid bedrijft, zal Ik hem tuchtigen met een roede der mensen en met slagen der mensenkinderen.
Psalmen 2:7
Ik wil gewagen van het besluit des Heren: Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij; Ik heb u heden verwekt.
Handelingen 13:32-33
En wij verkondigen u, dat God de belofte, die aan de vaderen geschied is, aan ons, hun kinderen, vervuld heeft door Jezus op te wekken, gelijk in de tweede psalm geschreven staat: Mijn zoon zijt Gij; Ik heb U heden verwekt.
Hebreeën 1:5
Immers, tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Mijn Zoon zijt gij; Ik heb U heden verwekt? En wederom: Ik zal Hem tot Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn.
Zie ook
Adoptie, voor een ander gebruik van dit citaat.

Hij zal priester zijn naar de ordening van Melchizedek.

Psalmen 110:4
De Here heeft gezworen en het berouwt Hem niet: Gij zijt priester voor eeuwig, naar de wijze van Melchizedek.
Hebreeën 7:17
Want van Hem wordt getuigd: Gij zijt priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchisedek.
Hebreeën 7:20-22
En in zoverre het niet zonder een plechtige eed plaats had — want genen zijn zonder eed priester geworden, maar deze met een eed bij monde van Hem, die tot Hem sprak: De Here heeft gezworen en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt priester in eeuwigheid — in zoverre is Jezus ook van een beter verbond borg geworden.

Beide profetieën slaan op dezelfde persoon.

Hebreeën 5:5-6
Zo heeft ook Christus Zichzelf niet de eer toegekend hogepriester te worden maar Hij, die tot Hem sprak: Mijn Zoon zijt Gij; Ik heb U heden verwekt; zoals Hij ook op een andere plaats spreekt: Gij zijt priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchisedek.
Hebreeën 7:1-3
Want deze Melchizedek, koning van Salem, priester van de allerhoogste God, die Abraham bij zijn terugkeer na het verslaan van de koningen tegemoet kwam en hem zegende, aan wie ook Abraham een tiende van alles gegeven heeft, is vooreerst, volgens de uitlegging (van zijn naam): koning der gerechtigheid, vervolgens ook: koning van Salem, dat is: koning des vredes; zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde des levens, en, aan de Zoon van God gelijkgesteld, blijft hij priester voor altoos.

Hij zal een profeet zijn van het kaliber Mozes aan wie absolute gehoorzaamheid is verschuldigd.

Deuteronomium 18:15-16
Een profeet uit uw midden, uit uw broederen, zoals ik ben, zal de Here, uw God, u verwekken; naar hem zult gij luisteren. Juist zoals gij van de Here, uw God, gevraagd hebt op Horeb, op de dag der samenkomst, toen gij zeidet: Ik wil niet langer de stem van de Here, mijn God, horen en dit grote vuur niet langer zien, opdat ik niet sterve.
Deuteronomium 18:19
De man, die niet luistert naar de woorden welke hij in mijn naam spreken zal, van die zal Ik rekenschap vragen.
Handelingen 3:22-23
Mozes toch heeft gezegd: De Here God zal u een profeet doen opstaan uit uw broeders, gelijk mij: naar hem zult gij horen in alles wat hij tot u spreken zal; en het zal geschieden, dat alle ziel, die naar deze profeet niet hoort, uit het volk zal worden uitgeroeid.
Handelingen 7:37
Dit is die Mozes, die tot de kinderen Israëls gezegd heeft: Een profeet gelijk mij zal God u uit uw broeders doen opstaan.