Tegenargumenten

Tegenwerping (Positivisme):
Deze vragen kunnen niet beantwoord worden, want ze zijn betekenisloos. ((Uitwerken.))
Antwoord:
Het positivisme is niet houdbaar, want het lijdt aan een restrictieparadox.
Tegenwerping (Zijnsvraag blijft):
Deze opties lossen de vraag naar de grond van het bestaan niet op.
Antwoord:
Inderdaad, de vraag waarom er iets is in plaats van niets wordt hiermee niet beantwoord. De solipsistische en de transcendente visie leiden tot de vraag waarom er een geest is, en de naturalistische visie tot de vraag waarom er een wereld met geesten is. Het bestaan van die vraag helpt ons niet te kiezen vóór of tegen één van de visies. ((Wel is er een schaduw van een mogelijke oplossing in het transcendente wereldbeeld.))

Goed, we hebben dus een transcendentiegraaf — maar misschien is die transcendentiegraaf geen boom.

Tegenwerping (Confluentie mogelijk):
Ik kan ook twee mensen dromen die samen dezelfde droom hebben, of iemand wiens droomfiguur dezelfde droom heeft als zijn zus.
Antwoord:
Dat is juist, maar dan is op zijn minst één van die dromers niet vrij, niet almachtig — anders zouden ze onderling strijdige zaken kunnen dromen, en zouden hun dromen niet meer identiek zijn. Niet vrij zijn betekent dat ze niet op het hoogste niveau bestaan, want er is iets dat hen beperkt.
Tegenwerping (Cykels mogelijk):
Sterker nog, ik kan twee mensen dromen die elkaar dromen.
Antwoord:
Dat is juist; die gevallen lijken op tekeningen van Maurits Cornelis Escher. Zo komt de tekening „tekenende handen” overeen met twee mensen die elkaar dromen, en „De schilderijententoonstelling” met iemand die zichzelf droomt. Zulke zaken zijn mogelijk binnen een gemeenschappelijk hoger niveau, dus de transcendentieladder blijft bestaan. Die twee handen lijken elkaar te tekenen, maar zijn in werkelijkheid door Escher getekend. Die twee mensen die elkaar dromen lijken weliswaar elkaar te dromen, maar worden in werkelijkheid door mij gedroomd.

((Te doen.))

Natuurlijk gelden bovenstaande argumenten slechts economisch; wellicht hebben ze ontisch geen betekenis, maar dan hebben de tegenwerpingen dat ook niet.