Begrippen

((Te doen.))

Subjectiviteit betekent dat er een directe „afstammingsrelatie” bestaat van een geest naar een zaak; objectiviteit dat dit niet het geval is. Onze buitenwereld is objectief (en objacent — wij moeten haar gehoorzamen) jegens ons, maar subjectief (en subjacent — zij gehoorzaamt) aan God.

Objectiva zijn Gegen-stände; subjectiva zijn onder-worpen.