Overeenstemmingꜛ tussen getuigen

Overeenkomende onafhankelijke bronnen versterken elkaars getuigenis. Het begrip „onafhankelijk” moet hier zorgvuldig opgevat worden: twee afschriften van eenzelfde origineel versterken elkaars getuigenis omtrent de inhoud van dat origineel, maar versterken niet de genoemde feiten, omdat ze op dat punt beide afhangen van dat origineel en derhalve niet onafhankelijk zijn. Verschillen in bewoording, in gegeven details (zeker schijnbare tegenspraak), in partijgang, zijn aanwijzingen van onafhankelijkheidꜛ.

Voor overeenkomende getuigenissen kan een eenvoudige verklaring worden gegeven door aan te nemen dat die overeenkomende informatie uit dezelfde bron stamt. Die bron kan datgene zijn waarover getuigenis wordt afgelegd (met andere woorden: de getuigen zijn accuraat), of een andere, zoals een gemeenschappelijke ideologie, of een verborgen ware bron. Een voorbeeld van dat laatste vinden we bij afkijken, en leraren gebruiken soms compressietechnieken om te ontdekken of werkstukken van leerlingen wel onafhankelijk zijn.

Overeenstemming tussen getuigen met strijdende belangen geeft een versterking die verwant is aan die der belangeloosheid.