Ockhams scheermesꜛ
De wetenschap heeft als taak het vinden van de kortste verklaring van de wereld, en een verklaring is plausibel als ze hooguit evenveel informatie bevat als het verklaarde. Met andere woorden: enkel de eenvoudigste verklaring is plausibel. Dit beginsel van parsimonieꜛ heet het scheermes van Ockham, naar Willem van Ockhamꜛ (1285-1347), een Franciscaner monnik die dit principe niet verzonnen, maar wel op verschillende gebieden rigoureus toegepast heeft. Het beginsel schijnt het eerst te zijn geformuleerd door Johannes Duns Scotusꜛ in zijn Ordinatioꜛ III, 34 als „Pluralitas specierum non videtur ponenda sine necessitate manifesta”.
Albert Einsteinꜛ formuleerde het later als volgt: „De natuur is de realisatie van de meest eenvoudig voorstelbare wiskundige ideeën.” Deze a-prioriovertuiging stuurt het wetenschappelijk onderzoek.
Het scheermes helpt ons kiezen tussen beschrijvingen, niet tussen confligerende visies op de werkelijkheid. Het kan zaken verwerpen die theoretisch onbewijsbaar en onweerlegbaar zijn, maar geen zaken die in theorie experimenteel vast te stellen zijn.
Let wel dat het scheermes nooit ten koste mag gaan van dat wat te beschrijven valt. Natuurlijk kunnen we de beschrijving van de wereld vereenvoudigen door bijvoorbeeld te stellen dat er geen materie is, of geen beweging, maar dan komt die beschrijving niet meer overeen met de werkelijkheid. Het scheermes mag nooit misbruikt worden om onwelgevallige zaken mee te verdoezelen, of om uitsluitsel te geven bij twijfel over de aard van de werkelijkheid. Als er twijfel is tussen, stel, twee visies op de werkelijkheid, kan voor elk van beide visies het scheermes gebruikt worden om tot de eenvoudigste beschrijving van die visie te komen, maar het kan niet helpen kiezen tussen beide visies. Je kunt niet de werkelijkheid aanpassen om je model te vereenvoudigen, zoals ook Einstein uitlegde. Natuurlijk, de zwaartekrachtwetten van Newton waren eenvoudiger dan die van hem, maar „you must make everything as simple as possible, but not simpler”. Als dat wel zou mogen zou het totaal nihilisme altijd de eenvoudigste verklaring geven.
((Dit is onjuist geformuleerd: het scheermes kan het bestaan van een getuigenverklaring (de gegeven werkelijkheidꜛ) niet negeren, maar het kan natuurlijk wel helpen kiezen tussen de hypothese dat het getuigde feit gebeurd is en de hypothese dat het getuigenis onjuist is (de geïnfereerde werkelijkheidꜛ).))
Een grond voor het scheermes is dat omvangrijker theorieën meer te verklaren overlaten, en wetenschap het streven naar een volledige verklaring inhoudt. Daarom kan vaak blijken dat de eenvoudigste verklaring (bijvoorbeeld Newtons wetten) niet de juiste is en een ingewikkelder verklaring (bijvoorbeeld Einsteins theorie) nodig blijkt — maar dat die ingewikkelder theorie uiteindelijk tot een grotere verklaarbaarheid, dus een kleiner residu aan onverklaarde feiten, leidt.
Wetenschap zelf kan nooit alles verklaren, want uit een leeg residu van onverklaarde aannamen volgt niets. Slechts wijsgerig kunnen we een glimp van de totale verklaring opvangen.