Echtheid

((Nog te doen.))

Echtheid, puurheid of authenticiteit is de opdracht waarmee we in dit leven staan. We moeten de feitigheid erkennen (niet vluchten in een fantasiewereld), en onze vrijheid op de juiste wijze gebruiken. Wij kunnen onze vrijheid ontkennen en meedraaien in de tredmolen, maar dan leven we tertiair en weten we ons schuldig.

Mens zijn ⇒ primair leven ⇒ vrijheid serieus nemen ⇒ worstelen met geloofskeuze; authentiek kiezen. Ook de niet-Christen kent de oproep tot authentiek leven.

De mens is (een belofte van) wat hij niet is ⇒ belofte, bestemming, Schicksal — een belofte die hij (al dan) niet waarmaakt ⇒ vervreemding, schuld, doordat we te kort schieten (αμαρτανω) ten opzichte van onze mogelijkheden. Wij vallen (Heidegger) dan in inauthentiek leven.

Mijn existentie heeft een zedepijl; authentiek leven impliceert die pijl te onderkennen en te volgen.

Wie zegt dat authentiek leven beter is dan zich laten leven? Volgens welke maatstaf? Dit wijst al op een absolute ethiek.

Door „van de wereld” te zijn vervreemd ik van God, en andersom.

Niet-authentiek leven ⇒ een rol spelen ⇒ niets zijn ⇒ besef van leegte ⇒ gedeprimeerdheid.

Wie oppervlakkig genoeg leeft kan heel gelukkig zijn — maar niet diep gelukkig. „De wijze zat op de berg en dacht na over diepe problemen. Zijn wasvrouw stond bij de bron, en was gelukkig: zij wist zelfs van het bestaan van die problemen niet af. Toch zou ik liever die wijze zijn dan zijn wasvrouw.”

Wie authentiek leeft ervaart genade en oordeel.

Tegenwerping (Onmogelijke authenticiteit):
Wij hebben onszelf niet gemaakt, en beginnen dus zonder enige eigenheid. Steeds is het dat niet-authentieke ik dat beslissingen neemt, dus kan ik (via een bewijs uit erfelijke eigenschap) ook nooit authentiek worden.
Aantwoord:
Als wij enkel dingen waren die gedetermineerd zijn door ons verleden en onze omgeving zou dit waar zijn — en de wetenschap (die alles wat niet tertiair verklaarbaar is „toeval” noemt, en dat toeval vervolgens (en daar maakt zij een fout) reïficeert tot een mogelijke oorzaak) wil ons laten geloven dat wij zulke dingen zijn.
In werkelijkheid hebben wij vrijheid, en iedere vrije keuze introduceert een zekere mate van eigenheid in de resulterende ik. Wij kunnen „met de stroom meegaan”, maar ook dat is een keuze, en daar zijn wij dan ook verantwoordelijk voor.