Optie drie: God betaalt Zelf

Blijft over de derde optie, dat God zelf die schuld op Zich neemt. Hij kent de hoogste straf toe, en betaalt die vervolgens Zelf.

Tegenwerping (Oneindige God kan geen verlies lijden):
Daar klopt iets niet. Als we van iets eindigs wat afnemen wordt het minder, maar als je van oneindig veel wat afhaalt niet. Als ik een „pannetje kook” heb dat altijd vol blijft met eten, lijd ik geen verlies als iemand wat voedsel uit dat pannetje wegneemt.
Antwoord:
Zolang die iemand een eindige hoeveelheid wegneemt klopt dat — maar we zagen dat onze schuld oneindig groot is.
Tegenwerping (Oneindig min oneindig is nul):
Dan klopt het nog niet. Als je iets van zichzelf aftrekt houd je niets over, dus oneindig min oneindig is nul. Als God die oneindige schuld betaald zou hebben zou Hij opgehouden hebben te bestaan.
Antwoord:
Zonder in de gecompliceerde wiskunde van oneindigheden te duiken, oneindig min oneindig kan alles opleveren, van plus tot min oneindig, en alle eindige waarden inclusief nul daartussen. (Feitelijk zijn er ook nog verschillende maten van oneindigheid: het ene oneindige kan strict groter zijn dan het andere.)
Als God zó betaalt dat Hij op nul uitkomt houdt Hij op te bestaan, dat zou best eens kunnen kloppen. Als Hij zó betaalt dat Hij op hetzelfde oneindig uitkomt lijdt Hij geen verlies. Als Hij op eindig (of op een kleiner oneindig) uitkomt lijdt Hij wel verlies. We moeten dus op de uitkijk naar een God die zich ontledigt, en eindig wordt.
Tegenwerping (Gods onmogelijk lijden):
God kan niet lijden, want wat Hij opgeeft houdt Hij stiekem toch. Toen Jezus stierf was de wereld niet zonder God. Jezus' lijden en dood was dus nep.
Antwoord:
Een unitarisch God kan inderdaad niet lijden zonder op te houden God te zijn, maar bij een God die meer Personen is kan dat wel. Één persoon kan eindig worden en lijden, terwijl een andere Persoon alle goddelijke eigenschappen houdt.

((Te doen.))

Uitwerken: vergevingis betaling: wie vergeeft ziet af van het ontvangen van genoegdoening

Daar God niet aan de limietgrens gebonden is is het volstrekt onduidelijk of onze wiskunde voor Hem geldt. Volgens die wiskunde is een kleiner oneindig ook mogelijk — maar dat zou die betaling onherkenbaar voor ons maken. Misschien heeft God meer opgegeven dan juridisch nodig, enkel om voor ons Zijn liefde zichtbaar te maken. Zo'n kleiner oneindig zou ook niet binnen de eindige schepping passen, en dus hier geen straf kunnen ondergaan — maar juist dat eindig worden is de hoofdmoot van de betaling (de non-„buit”), zoals ook Paulus weet. De ontlediging begint al veel eerder dan op Golgotha: Filippenzen 2:5z-8. Dit is vrij subtiel: de noties van schuld en verlies zijn slechts geldig binnen de schepping, dus een incarnatie is nodig, maar die incarnatie kan dan terugverwijzen naar het incarneren zelf en daar dat verlies tonen.

Mogelijk bestaat de schuld slechts „binnen de limiet”, en moest God daar verdwijnen, terwijl Hij transcendent kon blijven bestaan.

Comment
This part of the argument must be adapted to the background of the other person, because different people have different models of infinity. The way it is put here it will not convince a mathematician, for instance, but the mathematical version of the argument will not be understandable for lay people.
C
Yes, I do. So on the one hand we have seen that in order for God to be both perfectly just and merciful He must suffer the punishment of our deeds, and on the other hand that an infinite God cannot do so. The conclusion seems to be that God must become finite in order to remain perfect, doesn't it?