De Christen als groeiendꜛ
We beginnen in onmondigheidꜛ, als zuigelingenꜛ.
- 1 Petrus 2:1-3
- Legt dan af alle kwaadwilligheid, alle bedrog, huichelarij, afgunst en alle kwaadsprekerij, en verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke, onvervalste melk, opdat gij daardoor moogt opwassen tot zaligheid, indien gij geproefd hebt, dat de Here goedertieren is.
Dat is ook het enig mogelijke beginpunt: slechts als kind kunnen we het evangelie aanvaarden.
- Mattheüs 18:2-6
- En Hij riep een kind tot Zich, plaatste dat in hun midden, en zeide: Voorwaar, Ik zeg u, wanneer gij u niet bekeert en wordt als de kinderen, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan. Wie nu zichzelf gering zal achten als dit kind, die is de grootste in het Koninkrijk der hemelen. En een ieder, die zulk een kind ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij. Maar een ieder, die een dezer kleinen, die in Mij geloven, tot zonde verleidt, het zou beter voor hem zijn, dat een molensteen om zijn hals was gehangen en hij verzwolgen was in de diepte der zee.
- Marcus 9:36-37
- En Hij nam een kind en plaatste dat in hun midden, omarmde het en zeide tot hen: Wie een van zodanige kinderen ontvangt in mijn naam, die ontvangt Mij. En wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar Hem, die Mij gezonden heeft.
- Marcus 10:13-16
- En zij brachten de kinderen tot Hem, opdat Hij ze zou aanraken; doch de discipelen bestraften hen. Toen Jezus dat zag, nam Hij het zeer kwalijk en zeide tot hen: Laat de kinderen tot Mij komen, verhindert ze niet; want voor zodanigen is het Koninkrijk Gods. Voorwaar, Ik zeg u: Wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan. En Hij omarmde ze en hun de handen opleggende, zegende Hij ze.
- Lukas 9:47-48
- Maar Jezus kende de overlegging van hun hart, en Hij nam een kind en plaatste dat bij Zich, en Hij zeide tot hen: Een ieder, die dit kind ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij: en een ieder, die Mij ontvangt, ontvangt Hem, die Mij gezonden heeft. Want wie onder u allen de minste is, die is groot.
We moeten niet blijven hangen in het stadium waarin we nog slechts melkꜛ, basisonderwijs, als voedselꜛ kunnen verdragen, maar opgroeien en vaste spijsꜛ leren nuttigen.
- 1 Korinthiërs 3:1-3a
- En ik, broeders, kon niet tot u spreken als tot geestelijke mensen, maar slechts als tot vleselijke, nog onmondigen in Christus. Melk heb ik u gegeven, geen vast voedsel, want dat kondt gij nog niet verdragen. Ja, dat kunt gij ook nu nog niet, want gij zijt nog vleselijk.
- Hebreeën 5:12-14
- Want hoewel gij, naar de tijd gerekend, leraars behoordet te zijn, hebt gij weer nodig, dat men u de eerste beginselen van de uitspraken Gods leert, en gij hebt nog melk nodig (en) geen vaste spijsꜛ. Want ieder, die nog van melk leeft, heeft geen weet van de rechte prediking hij is nog een zuigeling. Maar de vaste spijs is voor de volwassenen, die door het gebruik hun zinnen geoefend hebben in het onderscheiden van goed en kwaad.
We moeten namelijk opwassenꜛ tot volwassenheidꜛ.
- 1 Korinthiërs 14:20
- Broeders, weest geen kinderen in het verstand, maar in de boosheid; wordt in het verstand volwassen.
- Efeziërs 4:14-15
- Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neder, heen en weder geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer, door het valse spel der mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt, maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus.
- Kolossenzen 1:9-10
- Daarom houden ook wij sedert de dag, dat wij dit gehoord hebben, niet op voor u te bidden en te vragen, dat gij met de rechte kennis van zijn wil vervuld moogt worden, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, om de Here waardig te wandelen, Hem in alles te behagen, in alle goed werk vrucht te dragen en op te wassen in de rechte kennis van God.
- 2 Petrus 3:18a
- maar wast op in de genade en in de kennis van onze Here en Heiland, Jezus Christus.
- Zie ook
- 1 Korinthiërs 13:11.
Zie ook de groei van het lichaam van Christus, de groei op de akker en de opbouw van de tempel Gods.