Schijnt iets slechts kwaad door hechting?

Tegenwerping (Hechting suggereert kwaad):
Er is geen kwaad in de wereld; slechts onze gehechtheid aan de wereld doet ons lijden. Als wij niet gehecht waren aan ons geld, ons goede leven, onze geliefden, zou het verlies ervan ons niet deren, en zo kan onthechting ons bevrijden van alle zogenaamde kwaad.
Antwoord:
Als dat zo is, wat betekent „goed” dan? Als het kwade zijn kwaad verliest door onthechting, doet het goede dat ook. Als ik niet meer lijd onder het vergaan van een bloem, omdat ik niet meer aan die bloem gehecht ben, kan ik ook niet meer genieten van haar schoonheid. Dan leidt onthechting tot het Nirwana in de oorspronkelijke betekenis van dat woord: annihilatie. Siddharta Gautama, en in mindere mate de Stoa, leerden dat, en dat is een houdbare positie. Te stellen dat het kwaad schijn is en het goede werkelijk is dat niet.
Dit argument geldt zowel logisch als psychologisch: als wij ons vermogen tot lijden zouden kwijtraken zouden we ook ons vermogen tot genieten kwijtraken, om verschillende redenen.
  • Veel genieten vereist het kunnen lijden. Een avonturenroman, de Guernica, een smartlap, zitten bij de warme haard terwijl buiten de sneeuwstorm rond het huis loeit, zijn niet te appreciëren zonder het vermogen tot lijden, tot inleven.
  • Genieten heeft een inverse. Als het verkrijgen genot geeft, moet het verlies verlies van dat genot geven. Ik kan niet genieten van een maaltijd als het ontberen van die maaltijd mij niet doet lijden — anders zou het niet die maaltijd zijn die mij deed genieten. Het verkrijgen van die maaltijd is geen winst als het niet verkrijgen geen gelijk verlies zou zijn.
Tenslotte is houdt deze zienswijze wel een heel beperkte visie op het kwaad in. Als een onschuldig kind mateloos lijdt aan de een of andere afschuwelijke ziekte moeten we dat negeren omdat het ons kwaad niet is? Inderdaad, door mij af te sluiten voor de natuurlijke gevoelens van liefde en ontferming kan ik wellicht mijn eigen lijden beëindigen, maar dat is onmenselijk, en in zichzelf een kwaad.

((Herwerken, en duidelijk maken dat goed wel prieur is aan kwaad. Hier wordt het begrip „kwaad” tot illusie verklaard, en de begrippen „goed” en „kwaad” bestaan altijd samen. Als het steeds maar warmer wordt, bestaat afkoeling niet als feit, maar het begrip „afkoeling” bestaat wel, anders zou „opwarming” ook geen betekenis hebben.))