Commentaar op de brieven van Paulus

Kanttekeningen.

2 Korinthiërs 7:10
Hier wordt de droefheid om het missen van God gesteld tegenover de droefheid om het missen van aardse goederen.
Galaten 1:18a
Drie jaar later: niet na zijn terugkeer in Damascus, maar na het niet reizen uit het vorige vers. Het was enkele dagen na zijn terugkeer in Damascus, na een langdurig verblijf in Arabia.
Filippenzen 3:14
Het feit dat Paulus niet omziet wijst erop dat hij eerder een wedloop dan een wagenrace in gedachten had.
Mattheüs 23:29-37, Lukas 11:47-51, Lukas 13:34a, Handelingen 7:51-53, 1 Thessalonicenzen 2:14-16
Uit de passage bij Mattheüs blijkt dat het doden der profeten door de Joden zonder meer erkend werd; dit was ook ver voor Jezus' tijd al zo (1 Koningen 19:10, 1 Koningen 19:14, Nehemia 9:26). Paulus geeft hier aan dat dit niets speciaals was: op gelijke wijze worden de Thessalonicenzen door volksgenoten vervolgd.