Bewustzijn

Tegenwerping (Geest werkt middels hersenen):
Als de hersenen aangrijpingspunt der geest zijn verklaart dat waarom de geest lijkt te verdwijnen als de hersenen sterven.
Overduidelijk is er een sterke correlatie tussen hersen- en geestesactiviteit, en het primaat ligt bij de geest. Als het lichaam het werktuig van de geest is, is de dood zoiets als het doorbranden van de computer: plotseling is er geen correlatie meer tussen de gebeurtenissen in de computer en de bedoelingen van de gebruiker, maar niet doordat de gebruiker verdwenen is toen de computer crashte. ((Beter beeld: doorbranden modem?))
Wie een wiskundige bezig ziet formules op te schrijven, en „Aha, die formules veroorzaken zijn gedachten” concludeert vergist zich. Omdat semantiek het primaat heeft over syntaxis is het noodzakelijkerwijze net andersom. Wellicht maakt wie in een brein zou kijken en de hersenactiviteit als bron van het bewustzijn zou beschouwen dezelfde fout. Het argument is hier minder sterk, omdat we niet weten of bewustzijn tot materiegedrag kan leiden, terwijl we wel weten dat semantiek tot syntaxis kan leiden.
Antwoord:
Maar hoe valt de kindsheid, zowel de echte als de seniele, dan te verklaren? Is bij dementie slechts sprake van een tweezijdige gebrekkige communicatie tussen lichaam en geest? Waarom herinneren we ons dan later niet de „geestelijke kant” van onze vroege jeugd? En een hersenbloeding kan tot een karakterverandering leiden.

((Elders te doen.))

Als ik Dungeons and Dragons speel, en gekozen heb een magiër te zijn, met weinig lichaamskracht, kan het zijn dat ik in dat spel een worsteling verlies. Dat komt dan door mijn lichamelijke beperking — maar transcendent ben ikzelf uiteindelijk verantwoordelijk voor die beperking. Ik kan de schuld voor mijn verlies niet bij de D&D-wereld leggen.