De topless

Tenslotte wordt Imma Nent benaderd. „Imma, jij was toch topless?” „Dat is mijn standpunt in deze discussie, ja.”, antwoordt ze net iets te nadrukkelijk — blijkbaar zijn er grapjes over de term „topless” gemaakt. We grijpen die gelegenheid aan te vragen waar die term eigenlijk op slaat.

„Op het feit dat wij niet geloven in een topgeest. Iedere wereld wordt door een geest gedacht, zeggen ze, en op de topgeest na bevindt iedere geest zich in een wereld. Nou, als je dan toch een uitzondering mag maken doen wij dat andersom: iedere geest bevindt zich in een wereld, en op de topwereld na wordt iedere wereld door een geest gedacht. En toevallig is onze wereld de topwereld: jij en ik zijn niet door iemand bedacht, maar wij bestaan gewoon.”

„Maar hoe hebben jij en ik dan contact, hoe kan ik iets over jou weten?” Alle problemen die de bootsman opwierp komen weer boven.

((De wereld op het hoogste niveau is hetzij een eenheid, hetzij een veelheid. Beide opties leveren problemen op.

Overigens klopt de symmetrie van Imma niet: niet iedere geest hoeft zich in een wereld te bevinden, tenzij men uit systeemdwang gedegenereerde werelden invoert. Ik kan mij onmiddellijk een geest dromen, zonder mij een wereld te dromen waar die geest zich in zou bevinden.))