Vraag 1: ben ik gek?
De problemen beginnen al meteen. Kapitein Diallelꜛ, die ons met zijn boot naar de eilanden moet brengen weigert ons te vervoeren, want hij gelooft niet in die hele archipel. Die eilandengroep zou al mijn mogelijke gedachten bevatten? Volgens hem ben ik krankzinnig en weet ik niets, dus er is niets op die eilanden.
Ik weet dat ik niet gek ben, maar hoe weet ik dat? Ik kan het niet bewijzen, maar toch is al mijn denken en doen gebaseerd op mijn overtuiging dat ik min of meer normaal ben. En niet alleen mijn denken en doen: alle wetenschap is gebaseerd op de overtuiging dat wetenschapsmensen redelijk kunnen denken, en geen bank of groentewinkel zou kunnen draaien zonder de overtuiging dat de mensen die met die bank of winkel te maken hebben redelijk normaal zijn.
Is het mogelijk dat we die overtuiging op moeten geven? Volgens Kapitein Diallel wel, en op de volgende bladzijde laten we die aan het woord.