Specifieke huwelijksregels

Spreuken 18:22
Wie een vrouw vond, heeft iets goeds gevonden en gunst van de Here verworven.

De man jegens zijn vrouw.

Efeziërs 5:25-30
Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet. Zo zijn ook de mannen verplicht hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief; want niemand haat ooit zijn eigen vlees, maar hij voedt het en koestert het zoals Christus de gemeente, omdat wij leden zijn van zijn lichaam.
Kolossenzen 3:19
Mannen, hebt uw vrouw lief en weest niet ruw tegen haar.
1 Petrus 3:7
Desgelijks gij, mannen, leeft verstandig met uw vrouwen, als met brozer vaatwerk, en bewijst haar eer, daar zij ook medeërfgenamen zijn van de genade des levens, opdat uw gebeden niet belemmerd worden.

De vrouw jegens haar man.

Efeziërs 5:22-24
Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan de Here, want de man is het hoofd van zijn vrouw, evenals Christus het hoofd is zijner gemeente; Hij is het, die zijn lichaam in stand houdt. Welnu, gelijk de gemeente onderdanig is aan Christus, zo ook de vrouw aan haar man, in alles.
Kolossenzen 3:18
Vrouwen, weest uw man onderdanig, gelijk het betaamt in de Here.
Titus 2:4-5
zodat zij de jonge vrouwen opwekken man en kinderen lief te hebben, bezadigd, kuis, huishoudelijk, goed en aan haar man onderdanig te zijn, opdat het woord Gods niet gelasterd worde.
1 Petrus 3:1-4
Evenzo gij, vrouwen, weest uw mannen onderdanig, opdat, ook indien sommigen aan het woord niet gehoorzaam zijn, zij door de wandel hunner vrouwen zonder woorden gewonnen worden, doordat zij uw reine en godvrezende wandel opmerken. Uw sieraad zij niet uitwendig: het vlechten van haar, het omhangen van goud of het dragen van gewaden, maar de verborgen mens uws harten, met de onvergankelijke (tooi) van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in het oog van God.
Zie ook
Het voorbeeld in 1 Petrus 3:5-6.

Goede en slechte echtvrouwen.

Spreuken 12:4
Een degelijke vrouw is de kroon van haar man, maar als bederf in zijn gebeente is zij, die beschaamd doet staan.
Spreuken 14:1
De wijsheid der vrouwen bouwt haar huis, maar de dwaasheid breekt het af met haar eigen handen.
Spreuken 19:14
Huis en have is een erfdeel der vaderen, maar een verstandige vrouw is van de Here.
Spreuken 21:9, Spreuken 25:24
Beter te wonen op een hoek van het dak dan met een twistzieke vrouw in een gemeenschappelijke woning.
Spreuken 21:19
Het is beter te wonen in een woestijn dan met een twistzieke en gramstorige vrouw.
Spreuken 27:15-16
Een gestadig druppelend lek op een dag van stortregen en een twistzieke vrouw zijn aan elkander gelijk. Wie haar wil opsluiten, zou wind opsluiten, en zijn rechterhand zou olie ontmoeten.