De „eigen stap” bij Jezus aanvaarden komt ook overeen met andere vormen van bekerings„werk”

Als God anderen laat „werken” om iemand tot geloof te brengen, waarom dan niet ook de bekeerling zelf? De uitverkiezingsleer is bepaald geen fatalistische kismetleer! (Anders zou het zendingsbevel niet ook niet zinvol zijn.)

Johannes 20:31
maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zoon van God, en opdat gij, gelovende, het leven hebt in zijn naam.
Romeinen 1:5
door wie wij genade en het apostelschap ontvangen hebben om gehoorzaamheid des geloofs te bewerken voor zijn naam onder al de heidenen,
Romeinen 10:14-15
Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in Hem, van wie zij niet gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker? En hoe zal men prediken zonder gezonden te zijn? Gelijk geschreven staat: hoe liefelijk zijn de voeten van hem, die een goede boodschap brengen.
Romeinen 11:13-14
Ik spreek tot u, heidenen. Juist omdat ik apostel der heidenen ben, acht ik dit de heerlijkheid van mijn bediening, dat ik zo mogelijk de naijver van mijn vlees [en bloed] mocht opwekken, en enigen uit hen behouden.
Romeinen 16:26
maar thans geopenbaard en door profetische schriften volgens bevel van de eeuwige God tot bewerking van gehoorzaamheid des geloofs bekendgemaakt onder alle volken)
Kolossenzen 1:28
Hem verkondigen wij, wanneer wij ieder mens terechtwijzen en ieder mens onderrichten in alle wijsheid, omieder mens in Christus volmaakt te doen zijn.
1 Korinthiërs 3:6
Ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God gaf de wasdom.
2 Timotheüs 2:10
Om deze reden wil ik alles verdragen, om de uitverkorenen, opdat ook zij het heil in Christus Jezus verkrijgen met eeuwige heerlijkheid.
1 Johannes 1:3a
hetgeen wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij ook u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben.
1 Johannes 5:13
Dit heb ik u geschreven, die gelooft in de naam van de Zoon Gods, opdat gij weet, dat gij eeuwig leven hebt.
Judas 22-23
En weest ook barmhartig jegens sommigen, die twijfelen, redt hen door hen uit het vuur te rukken, maar weest jegens anderen barmhartig in vreze, uit afkeer zelfs van het kleed, dat door het vlees bevlekt is.