De afgewezenen (van God uit gezien) zijn (vanuit de mens gezien) zij, die het zelf afwijzen

Die niet willen komen, de uitnodiging niet willen aanvaarden, die het allemaal maar onzin vinden, of die de prijs te hoog vinden. Zo kan Paulus de groep van hen die God (actief) liefhebben gelijkstellen met de groep van hen die door God (passief) geroepen zijn:

Romeinen 8:28
Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn.

Mattheüs 22:3
En hij zond zijn slaven uit om de ter bruiloft genodigden te roepen, doch zij wilden niet komen.
Johannes 5:39-40
Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, welke van Mij getuigen, en toch wilt gij niet tot Mij komen om leven te hebben.
Romeinen 10:16
Maar niet allen hebben aan het evangelie gehoor gegeven. Want Jesaja zegt: Here, wie heeft geloofd wat hij van ons hoorde?
2 Timotheüs 2:25
met zachtmoedigheid de dwarsdrijvers bestraffende. Het kon zijn, dat God hun gaf zich tot erkentenis der waarheid te keren.
2 Timotheüs 3:7
die zich te allen tijde laten leren, zonder ooit tot erkentenis der waarheid te kunnen komen.