Het Hittitisch vazals­verdrag

De Mozaïsche verbonden hebben de vorm van een klassiek Hittitisch vazalsverdrag. Doordat zulke verdragen vaak tussen volkeren waren was de verdragsvorm internationaal, en er zijn aanwijzingen dat diezelfde vorm ook bij de Egyptenaren in gebruik was voor verdragen met buitenlandse arbeiders — hetgeen zou betekenen dat de Hebreeërs er bekend mee waren geweest.

Deze vorm van verdrag ging totaal verloren tegen het einde van het tweede millennium vóór Christus, en werd pas weer recentelijk bij opgravingen ontdekt. De Mozaïsche verbonden moeten dus al eerder hun definitieve vorm gekregen hebben, en in het bijzonder kan het boek Deuteronomium niet uit de dagen van Josia stammen.

De vorm van zo'n verdrag was:

Inleiding
De inleiding begint met „Dit zijn de woorden van‥”.
Historische achtergrond
De gebeurtenissen die hebben geleid tot dit verdrag.
Algemene bepalingen
Deze beschreven de aard van de toekomstige verhoudingen, en verbonden zo de specifieke bepalingen met de historie.
Specifieke bepalingen
Dit zijn uitwerkingen van en uitbreidingen op de algemene bepalingen.
Getuigen
Verschillende goden worden tot getuige van het verdrag geroepen. Vanzelfsprekend is dit onderdeel niet onveranderd terug te vinden in Gods verdragen. Desalniettemin zijn er getuigenaanroepen.
Zegen en vloek
Hetzij achteraan verzameld, hetzij direct achter de individuele bepalingen waar ze betrekking op hebben.

Kijken we nu naar Exodus 20-31, Deuteronomium 1-31 en Jozua 24:2-27, dan vinden we:

Inleiding
Exodus 20:1, Deuteronomium 1:1-5; Jozua 24:2m.
Historische achtergrond
Exodus 20:2; Deuteronomium 1:6-4:49; Jozua 24:2z-13.
Algemene bepalingen
Exodus 20:3-17; Deuteronomium 5-11; Jozua 24:14-22.
Specifieke bepalingen
Exodus 20:22-31:16; Deuteronomium 12-26; Jozua 24:23.
Zegen en vloek
Exodus 23:25 en andere; Deuteronomium 27-28; Jozua 24:20.
Getuigen
Exodus 31:17-18; Deuteronomium 30:19, Deuteronomium 31:19, Deuteronomium 32:1-43; Jozua 24:22, Jozua 24:27.

(Nakijken of ook Leviticus zo'n verdrag bevat, met zegen en vloek in 25:3-26:45 en afsluiting in 26:46.)