De stijlfiguur der eufemistische generalisatie

Een wat subtielere vorm van eufemisme dan weglating is generalisatie, het gebruik van een omschrijving die zo algemeen is dat het onacceptabele niet genoemd behoeft te worden. Deze vorm wordt bijvoorbeeld gebruikt om aan te duiden wat met ontlasting te maken heeft.

1 Samuël 24:3m
Daar was een spelonk waar Saul binnenging om zich af te zonderen;
1 Koningen 18:27
Toen het middag was geworden, begon Elia hen te bespotten en zeide: Roept luider, want hij is immers een god. Hij is zeker in gepeins, of hij heeft zich afgezonderd, of hij is op reis; misschien slaapt hij en moet wakker worden.
Mattheüs 15:17
Begrijpt gij niet, dat al wat de mond binnengaat, in de buik komt en te zijner plaatse verdwijnt?
Marcus 7:18z-19a
Begrijpt gij niet, dat al wat van buiten in de mens komt, hem niet onrein kan maken, omdat het niet in zijn hart komt, maar in de buik, en er te zijner plaatse uitgaat?

Een variant is het noemen van een groter geheel waar het bedoelde onderdeel toe behoort. Zo ‚lendenen’ voor het mannelijk geslachtsdeel.

1 Koningen 12:10z, 2 Kronieken 10:10z
mijn pink is dikker dan mijns vaders lendenen.
Zie ook:
1 Samuël 10:4 versus 1 Kronieken 19:4 (Hebreeuws nog controleren.)