Wat betekent „bestaan”?

Wat betekent het voor God te bestaan?

Tegenwerping (God bestaat per definitie niet):
Iets bestaat als het in principe ergens kan worden aangetroffen: eenhoorns bestaan als ze ergens in dit heelal aangetroffen kunnen worden. Welnu, van de God die in deze apologetiek gezocht wordt wordt altijd geclaimd dat Hij buiten, of boven, of achter, of onder het heelal staat — in ieder geval niet erin. Hij kan niet ergens worden aangetroffen, dus voldoet Hij niet aan de definitie van bestaan, en derhalve bestaat Hij niet. (Merk op dat de Griekse goden wel zouden kunnen bestaan: als we de Olympus beklimmen en daar Zeus vinden, dan weten we dat Zeus bestaat.)
Antwoord:
Inderdaad kan wat wij God noemen niet op voorhand aangetroffen worden in het heelal: Hij is transcendent: alles wat overduidelijk bestaat, dat is: object voor ons kan zijn, is God niet. Het blote feit dat iets een plaats heeft, een vorm, een kleur, een hardheid, kortom één van die eigenschappen die ons ervan overtuigen dat iets werkelijk bestaat, bewijst ons dat het niet God is, tenzij God besloten heeft als dat voorwerp te verschijnen.

Een definitie geven van „bestaan” is niet eenvoudig. In veel gevallen betekent „bestaan” weliswaar zoiets als „aangetroffen kunnen worden in het heelal”, maar meteen blijkt dat die betekenis niet volstaat, want het heelal zelf bestaat, maar kan overduidelijk niet in het heelal worden aangetroffen.

Het heelal bestaat in diepere zin dan de zaken in dat heelal. Neem mijzelf. Het heelal kan bestaan zonder mij, maar ik kan niet bestaan zonder het heelal (ik ben posterieur aan het heelal), en zo is het met alles wat we in het heelal aantreffen. Een droom kan niet bestaan zonder de dromer, maar de dromer wel zonder de droom (al is „dromer” dan geen goede betiteling). Voor onze zoektocht zouden we kunnen stellen dat alles wat prieur is aan iets bestaands ook bestaat — en onze zoekvraag luidt dan: „Is er iets dat prieur is aan al het andere, en wat is de aard van dat iets?”. Er zijn allerlei indicaties dat dit iets een persoon is, klopt dat?

Sinterklaas bestaat niet, de stelling van Pythagoras wel, maar toch kunnen de meeste mensen zich de eerste veel beter voor de geest halen dan de tweede. Wat betekent het dat getallen bestaan, of de ziel? Een experimentele weerlegging van een dergelijk bestaan lijkt niet mogelijk: wij verwachten niet als wij een lichaam opensnijden een orgaan „ziel” te vinden, dus het niet vinden daarvan leert ons niets nieuws. In dat opzicht lijkt het op de snelheid van een deeltje. Het deeltje kan worden aangetroffen, maar die snelheid niet, en toch bestaat die, en maakt dat het deeltje zich gedraagt zoals het zich gedraagt.

((Het volgende uitwerken en toevoegen.))

Als deze wereld een film is, dan zoeken we naar de auteur, de projector, en zo voort. Binnen de film kunnen we zoeken wat we willen, en misschien de oerknal vinden, of iets nog eerders, maar dat alles is deel van de film.

We zoeken de bron van betekenis, van de structuur binnen de film, van goedheid en waarde. We geloven te kunnen vinden wat tegelijk de absolute macht en de absolute goedheid is, maar zoeken naar het eerste.