De avondmaals­beker

Traditioneel gingen er onder het Paschamaal vier bekers wijn rond, waarvan de laatste na het maal zelf. Lukas noemt er daarvan twee, de andere evangelisten en Paulus één.

Mattheüs 26:27-29
En Hij nam een beker, sprak de dankzegging uit en gaf hun die en zeide: Drinkt allen daaruit. Want dit is het bloed van mijn verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. Doch Ik zeg u, Ik zal van nu aan voorzeker niet meer van deze vrucht van de wijnstok drinken, tot op die dag, dat Ik haar met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk mijns Vaders.
Marcus 14:23-25
En Hij nam een beker, sprak de dankzegging uit, en gaf hun die en zij dronken allen daaruit. En Hij zeide tot hen: Dit is het bloed van mijn verbond, dat voor velen vergoten wordt. Voorwaar, Ik zeg u, Ik zal voorzeker niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken, tot op die dag, dat Ik haar nieuw zal drinken, in het Koninkrijk Gods.
Lukas 22:17-20
En Hij nam een beker op, sprak de dankzegging uit en zeide: Neemt deze en laat hem bij u rondgaan. Want Ik zeg u, Ik zal van nu aan voorzeker niet van de vrucht van de wijnstok drinken, voordat het Koninkrijk Gods gekomen is. En Hij nam een brood, sprak de dankzegging uit, brak het en gaf het hun, zeggende: Dit is mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt; doet dit tot mijn gedachtenis. Evenzo de beker, na de maaltijd, zeggende: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, die voor u uitgegoten wordt.
1 Korinthiërs 11:25
Evenzo ook de beker, nadat de maaltijd afgelopen was, en Hij zeide: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, doet dit, zo dikwijls gij die drinkt, tot mijn gedachtenis.

Letterlijk: Spreuken 23:31

Gemeenschap van beker: 2 Samuël 12:3

Het gebruik van bekers in de tempeldienst: 1 Kronieken 28:17

Om de betekenis van de avondmaalsbeker te begrijpen is het belangrijk de symbolische betekenis van de beker te kennen, namelijk als beeld van wat iemand wordt aangedaan — in dit geval het lijden en sterven van Christus. Met het delen in de beker vieren wij ons delen in Jezus' kruisoffer.

1 Korinthiërs 10:16a
Is niet de beker der dankzegging, waarover wij de dankzegging uitspreken, een gemeenschap met het bloed van Christus?

Net zomin als wij tegelijk in het licht en in de duisternis kunnen zijn, met Jezus en met boze geesten gemeenschap kunnen hebben, mogen wij deelhebben aan afgodenoffers en de beker Gods.

1 Korinthiërs 10:20-21
Integendeel, dat hun offeren een offeren is aan boze geesten en niet aan God en ik wil niet, dat gij in gemeenschap komt met de boze geesten. Gij kunt niet de beker des Heren drinken en de beker der boze geesten, gij kunt niet aan de tafel des Heren deel hebben en aan de tafel der boze geesten.
1 Korinthiërs 11:26-28
Want zo dikwijls gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt. Wie dus op onwaardige wijze het brood eet of de beker des Heren drinkt, zal zich bezondigen aan het lichaam en bloed des Heren. Maar ieder beproeve zichzelf en ete dan van het brood en drinke uit de beker.

De zelfbeproeving voor de beker behelst dus de vraag: heb ik gemeenschap met afgoden?