Jezus is de Eeuwige

Jezus is eeuwig.

Hebreeën 7:17
Want van Hem wordt getuigd: Gij zijt priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchisedek.
Hebreeën 7:23-24
En zij zijn in groter getale priester geworden, omdat zij door de dood verhinderd werden het te blijven, doch Hij heeft, juist doordat Hij in eeuwigheid blijft, een priesterschap, dat op geen ander kan overgaan.
Hebreeën 7:28
Want de wet stelt als hogepriester mensen, die met zwakheid behept zijn, maar het plechtige woord van de eed, die na de wet kwam, stelt de Zoon, die in eeuwigheid volmaakt is.

Jezus is ongeschapen.

Micha 5:1
En gij, Betlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid.
2 Timotheüs 1:8-10
Schaam u dus niet voor het getuigenis van onze Here of voor mij, zijn gevangene, maar wees mede bereid voor het evangelie te lijden in de kracht van God, die ons behouden heeft en geroepen met een heilige roeping, niet naar onze werken, maar naar zijn eigen voornemen en de genade, die ons in Christus Jezus gegeven is vóór eeuwige tijden, doch die nu geopenbaard is door de verschijning van onze Heiland, Christus Jezus, die de dood van zijn kracht heeft beroofd en onvergankelijk leven aan het licht gebracht heeft door het evangelie.
Hebreeën 6:19-7:3
Haar hebben wij als een anker der ziel, dat veilig en vast is, en dat reikt tot binnen het voorhangsel, waarheen Jezus voor ons als voorloper is binnengegaan naar de ordening van Melchisedek hogepriester geworden in eeuwigheid. Want deze Melchisedek, koning van Salem, priester van de allerhoogste God, die Abraham bij zijn terugkeer na het verslaan van de koningen tegemoet kwam en hem zegende, aan wie ook Abraham een tiende van alles gegeven heeft, is vooreerst, volgens de uitlegging [van zijn naam]: koning der gerechtigheid, vervolgens ook: koning van Salem, dat is: koning des vredes; zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde des levens, en, aan de Zoon van God gelijkgesteld, blijft hij priester voor altoos.
(De ongeschapenheid van Jezus is dus precies wat Hem tot priester in die orde maakt. Een geschapen Jezus zou geen tweede Melchisedek hebben kunnen zijn.
Een andere mogelijke vertaling is: Melchizedek ‥ hebbende noch begin van dagen, noch einde des levens, maar op de Zoon gelijkend, blijft priester in eeuwigheid.)

Jezus was, is niet geworden.

Johannes 1:1-2
In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God.
(Zie de uitleg van de werkwoordsvorm.)
1 Johannes 1:1
Hetgeen was van den beginne, hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze (eigen) ogen, hetgeen wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens
Hebreeën 13:8
Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid.

Jezus is van voor de schepping.

Johannes 1:3
Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is.
Johannes 17:5
En nu, verheerlijk Gij Mij, Vader, bij Uzelf met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was.
Kolossenzen 1:17
en Hij is vóór alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem;

Jezus is van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Efeziërs 3:20-21
Hem nu, die blijkens de kracht, welke in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen, Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Christus Jezus tot in alle geslachten, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.
(Met andere woorden: Gods heerlijkheid is van eeuwigheid tot eeuwigheid in Jezus — Die dus even eeuwig moet zijn.)

Jezus is het begin, ook van kerk (Kolossenzen 1:18a toevoegen) en wedergeboorte.

Kolossenzen 1:15z
de eerstgeborene der ganse schepping,
Kolossenzen 1:18z
Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is.