Genade naar Gods welbehagen

Tegenwerping (Willekeur in uitverkiezing):
God schenkt sommigen genade en anderen niet, ook al is hun gedrag identiek.
Antwoord.
Willekeur dus. Deze optie laat ruimte voor een zekere mate van liefde in God — hoe meer mensen Hij vergeeft, des te meer liefde (maar niet voor perfecte liefde, want dat zou het vergeven van allen inhouden, en ook niet voor Zijn rechtvaardigheid. Immers, de basis voor rechtvaardigheid is gelijkheid: gelijke daden verdienen gelijke beloningen en straffen, en hier zien we God, volkomen willekeurig, sommigen wel en anderen niet straffen voor exact dezelfde zonden — een schoolvoorbeeld van onrechtvaardig gedrag.
Tegenwerping (Genade voor recht is goed):
Genade voor recht laten gaan is juist een goede zaak, een teken van grootmoedigheid.
Antwoord:
Voor ons zondaars is dat inderdaad zo. Al onze rechtsclaims zijn vals, want wij staan zelf te zeer in de schuld bij God dan dat wij iets kunnen eisen — zoals beschreven in Mattheüs 18:23-35. God echter is volmaakt, Hij kan niet de ene deugd tegen de andere uitspelen, want Hij heeft ze noodzakelijkerwijze alle in perfecte mate.