Goede mensen

Tegenwerping (Goede mensen bestaan):
Niet iedereen is so afschuwelijk slecht, er zijn enorme verschillen. Sommige mensen, heiligen, zijn heel goed, en hun zonden zijn maar klein.
Antwoord:
Van ons uit gezien is dat inderdaad zo. Het lijkt monsterlijk een Hitler en een Moeder Theresa in dezelfde categorie „zondaars” te plaatsen. We zouden ons een staafdiagram voor kunnen stellen waarop langs de horizontale as de verschillende mensen staan, met langs de verticale hun goedheid. Dat leidt dan naar we aannemen tot een hoge staaf voor Moeder Theresa, en een heel kort staafje voor Hitler. Het gaat echter niet om de goedheid, maar om de slechtheid van mensen, en dus moeten we niet naar die staven zelf kijken, maar naar de lege ruimte boven die staven — die lege ruimte geeft aan hoeveel iedereen te kort schiet.
Welnu, als we aannemen dat Moeder Theresa bijna volmaakt was, zal er maar een klein stukje leegte boven haar staaf zijn, en een groot stuk boven de staaf van Hitler. Maar dan nemen we aan dat Gods Wet, en dus God zelf, niet veel beter is dan Moeder Theresa! Dat klinkt misschien redelijk voor een ethisch onontwikkelde persoon — net zoals voor een basisschoolleerling de onderwijzer alles lijkt te weten —, maar iemand die wat meer ontwikkeld is ziet hoe lachwekkend dat is: die ziet hoeveel er nog te weten valt voorbij het kennisniveau van de onderwijzer, en hoeveel er nog goed valt te zijn voorbij het zedelijk niveau van Moeder Theresa. In beide gevallen zullen het juist de hoogstaanden zelf zijn die dit het meest inzien: de onderwijzer weet hoe weinig hij weet in vergelijking met wat er te weten valt, en Moeder Theresa weet hoezeer zij te kort schiet in ethisch opzicht.
Dat betekent dat de lijn van absolute goedheid heel hoog boven de hoogste staaf ligt, en dat de tekorten van de verschillende mensen elkaar niet veel ontlopen.