Wij worden onverdiend gerechtvaardigd, uit genade

Romeinen 3:23-24
Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus.
1 Korinthiërs 15:10
Maar door de genade Gods ben ik, wat ik ben, en zijn genade aan mij is niet vergeefs geweest, want ik heb meer gearbeid dan zij allen, doch niet ik, maar de genade Gods, die met mij is.
2 Korinthiërs 4:6-7
Want de God, die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten, om ons te verlichten met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus. Maar wij hebben deze schat in aarden vaten, zodat de kracht, die alles te boven gaat, van God is en niet van ons:
Galaten 2:21
Ik ontneem aan de genade Gods haar kracht niet; want indien er gerechtigheid door de wet is, dan is Christus tevergeefs gestorven.
Galaten 5:4
Gij zijt los van Christus, als gij door de wet gerechtigheid verwacht; buiten de genade staat gij.
Efeziërs 2:4-7
God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om zijn grote liefde, waarmede Hij ons heeft liefgehad, ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus, — door genade zijt gij behouden —, en heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten, in Christus Jezus, om in de komende eeuwen de overweldigende rijkdom zijner genade te tonen naar (zijn) goedertierenheid over ons in Christus Jezus.
2 Thessalonicenzen 2:16
En Hij, onze Here Jezus Christus, en God, onze Vader, die ons heeft liefgehad en ons eeuwige troost en goede hoop door zijn genade verleend heeft,