De Engel des Heren

De Engel des Heren is God. Hij kan God met „Ik” aanduiden.

Richteren 2:1-5
Toen ging de Engel des Heren van Gilgal naar Bokim en zeide: Ik heb u uit Egypte doen trekken en gebracht in het land dat Ik uw vaderen onder ede beloofd had, en Ik heb gezegd: Ik zal mijn verbond met u in eeuwigheid niet verbreken, maar gij zult geen verbond sluiten met de bewoners van dit land; hun altaren zult gij afbreken. Doch gij hebt naar mijn stem niet geluisterd. Wat hebt gij gedaan? En Ik heb ook gezegd: Ik zal hen niet voor u uit wegdrijven, maar zij zullen u tot tegenstanders en hun goden u tot een valstrik zijn. Toen de Engel des Heren deze woorden tot al de Israëlieten gesproken had, verhief het volk zijn stem en weende; daarom noemde men die plaats Bokim. En zij offerden daar aan de Here.
Hosea 12:4-5a
In de moederschoot bedroog hij zijn broeder, en in zijn mannelijke kracht streed hij met God. Hij streed tegen een engel en overwon.

Ook worden de titels inwisselbaar gebruikt.

Richteren 6:12
De Engel des Heren verscheen hem en zeide tot hem: De Here is met u, gij dappere held.
Richteren 6:14
Toen wendde de Here Zich tot hem en zeide: Ga heen in deze uw kracht en verlos Israël uit de greep van Midian. Ik zend u immers?