De oogstfeesten

Er zijn twee oogstfeesten.

Exodus 23:16
Ook het feest van de oogst, der eerstelingen van uw vruchten, die gij op de akker zaaien zult; en het feest der inzameling aan het einde des jaars, wanneer gij uw vruchten van de akker ingezameld hebt.
Exodus 34:22
Het feest der weken, der eerstelingen van de tarweoogst, zult gij vieren, en het feest der inzameling bij de wisseling des jaars.

Het wekenfeest.

Leviticus 23:15-21
Dan zult gij tellen van de dag na de sabbat, van de dag waarop gij de garve van het beweegoffer gebracht hebt: zeven volle weken zullen het zijn; tot de dag na de zevende sabbat zult gij tellen, vijftig dagen; dan zult gij een nieuw spijsoffer de Here brengen. Uit uw woonplaatsen zult gij twee beweegbroden meebrengen; uit twee tienden efa fijn meel zullen zij bereid worden, gezuurd zullen zij gebakken worden, eerstelingen voor de Here. Bij het brood zult gij zeven gave eenjarige schapen offeren en een jonge stier en twee rammen; zij zullen een brandoffer voor de Here zijn, met de bijbehorende spijsoffers en plengoffers, een vuuroffer tot een liefelijke reuk voor de Here. Dan zult gij een geitebok ten zondoffer, en twee eenjarige schapen ten vredeoffer bereiden. En de priester zal ze bewegen, bij het brood der eerstelingen, als beweegoffer voor het aangezicht des Heren bij de twee schapen: zij zullen de Here heilig zijn, zij zijn voor de priester. Op deze zelfde dag zult gij een oproep doen uitgaan, gij zult een heilige samenkomst hebben, generlei slaafse arbeid zult gij verrichten; het is een altoosdurende inzetting, in al uw woonplaatsen, voor uw geslachten.
Numeri 28:26-31
En op de dag der eerstelingen, wanneer gij een nieuw spijsoffer de Here brengen zult, op uw feest der weken, zult gij een heilige samenkomst hebben gij zult generlei slaafse arbeid verrichten. Dan zult gij een brandoffer brengen tot een liefelijke reuk voor de Here: twee jonge stieren, een ram, zeven eenjarige schapen; en het bijbehorend spijsoffer: fijn meel aangemaakt met olie, drie tienden bij elke stier, twee tienden bij de ene ram, telkens een tiende bij elk van de zeven schapen; een geitebok om over u verzoening te doen. Gij zult het ongeacht het dagelijks brandoffer en het bijbehorend spijsoffer bereiden, zij zullen gaaf zijn met de bijbehorende plengoffers.

Het loofhuttenfeest.

Leviticus 23:34-43
Spreek tot de Israëlieten: Op de vijftiende dag van deze zevende maand begint het Loofhuttenfeest voor de Here, zeven dagen lang. Op de eerste dag zal er een heilige samenkomst zijn; generlei slaafse arbeid zult gij verrichten. Zeven dagen zult gij de Here een vuuroffer brengen; op de achtste dag zult gij een heilige samenkomst hebben en de Here een vuuroffer brengen; het is een feest, generlei slaafse arbeid zult gij verrichten. Dit zijn de feesttijden des Heren, waarop gij heilige samenkomsten zult uitroepen, om de Here een vuuroffer te brengen: brandoffer en spijsoffer, slachtoffer en plengoffers, naar het voorschrift voor iedere dag, behalve de sabbatten des Heren en behalve de gaven en al de gelofteoffers en al de vrijwillige offers, die gij de Here geven wilt. Doch op de vijftiende dag van de zevende maand, wanneer gij de opbrengst van uw land inzamelt, zult gij zeven dagen het feest des Heren vieren; op de eerste dag zal er rust zijn en op de achtste dag zal er rust zijn. Op de eerste dag zult gij vruchten van sierlijke bomen nemen, takken van palmen en twijgen van loofbomen en van beekwilgen, en gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht van de Here, uw God, zeven dagen lang. Gij zult het als een feest des Heren vieren zeven dagen in het jaar, een altoosdurende inzetting voor uw geslachten; in de zevende maand zult gij het vieren. In loofhutten zult gij wonen zeven dagen; allen die in Israël geboren zijn, zullen in loofhutten wonen, opdat uw geslachten weten, dat Ik de Israëlieten in hutten heb doen wonen, toen Ik hen uit het land Egypte leidde: Ik ben de Here, uw God.