Ranales, boterbloemorde

Lauraceae, laurierfamilie

Laurus, laurier

Naamgeving
Latijn „laurus”, ‚laurier’.
Engels: sweet bay. (de naam „laurel” verwijst naar Prunus laurocerasus of P.lusitanicus)
Laurus nobilis, laurier
De enige Europese soort, bij ons niet winterhard.
Gebruik
Bij de Romeinen was de lauwerkrans het teken van militaire overwinning. De krans voor de winnaars van de Olympische spelen was van olijf (oorspronkelijk appel), niet van laurier!
Legende
Apollo werd verliefd op de bergnimf Daphne, maar die liefde was niet wederzijds. Toen Apollo haar met geweld wilde nemen in het Tempèdal in Griekenland, bad Daphne tot moeder Aarde, die haar liet verdwijnen naar Kreta, en op haar plaats een laurierboom deed opschieten. Apollo kranste zich tot troost met de bladeren van deze laurier, en sindsdien is de boom aan hem gewijd. In het Apollo-orakel te Delphi kauwde een meisje op laurierbladen totdat ze in extase raakte, en sprak dan onder invloed van deze drug haar voorspellingen.

Lardizabalaceae, akebiafamilie

Berberidaceae, berberisfamilie

Zowel de berberis- als de mahoniasoorten hebben prikkelbare meeldraden: als men ze met een naald aan de binnenzijde aanraakt klappen ze tegen de stempel. Dit bevordert de stuifmeeloverdracht op insecten.

Berberis, berberis

Naamgeving
Engels: barberry.
Berberis vulgaris, zuurbes
Naamgeving
Engels: common barberry.

Mahonia, Mahonia

Naamgeving
Deze plant heeft niets met mahonie(hout) te maken: dit laatste komt van een tropische boomsoort, de Swietenia mahogoni — vandaar dat het hout in het Engels „mahogany” heet. In het Nederlands zijn die twee namen dooreengehaald.
Mahonia aquifolium, Mahonia

Podophyllum, voetblad

Naamgeving
Grieks „podophyllon”, ‚voetblad’ < „pous”, ‚voet’ en „phyllon”, ‚blad’.
Gebruik
De plant werd oorspronkelijk vooral gebruikt als drasticum, als sterk laxeermiddel. Bij toeval werd ontdekt dat het sap wratten deed verdwijnen, en uit het daaropvolgende onderzoek bleek de tumordodende werking.
Podophyllum peltatum, voetblad

Magnoliaceae, tulpeboomfamilie

Calycanthaceae, calycanthusfamilie

Ranunculaceae, ranonkelfamilie

Alle ranonkels bevatten meer of minder van het giftige alkaloïde berberine.
Naamgeving
Latijn „ranunculus”, ‚kikkertje’ < „rana”, ‚kikker’. Ranonkels (boterbloemen), vooral waterranonkels, heten ook wel kikkerbloemen.

Clematis, bosrank

Naamgeving
Grieks „klèmatis”, eigenlijk ‚dunne rank’, verkeinwoord < „klèma”, ‚wijnrank’
Engels: traveller’s joy.
Clematis vitalba, bosrank
Naamgeving
Engels: old man’s beard.

Thalictrum, ruit

Anemone, anemoon

Naamgeving
Latijn „anemone” < Grieks „anemone” (niet gevonden) < „anemos”, ‚wind’, daar men volgens Plinius meende dat de bloem door de wind geopend werd. Waarschijnlijk sprak Plinius van wildemanskruid.
Anemone nemorosa, bos­anemoon
Bevat glicosiden en het giftige blaartrekkende alkaloïde anemonine, dat bindvliesontsteking aan de ogen kan veroorzaken en darmontsteking bij vee.
Anemone ranunculoides, gele anemoon

Hepatica, leverbloempje

Naamgeving
Zie naamsverwarring, leverkruiden.
Engels: hepatica.
Hepatica nobilis, leverbloempje
De bloempjes bloeien een week lang, en worden daarbij iedere dag bleker. Bij nacht en regen sluiten en knikken de bloemen ter zelfbescherming
Gebruik
In de Middeleeuwen bij leveraandoeningen; de levervormige bladen golden als signatuur.

Adonis, adonis

Naamgeving
De plant is genoemd naar de persoon uit de legende, wiens naam Phoenicisch is voor „heer” — vergelijk de Bijbelse titel „Adonai”, voor God.
Engels: pheasant’s eye.
Geschiedenis
Keizer Hadrianus liet in 135 een tempel voor Adonis bouwen in Bethlehem, op de plaats waar Constantijn later de geboortekerk zou stichten.
Legende
Prinses Smyrna was zo mooi, dat haar moeder eens uitriep dat ze nog mooier was dan Afrodite. Deze liefdesgodin nam wraak door Smyrna op haar vader verliefd te maken, en wel zo sterk, dat ze op een nacht haar vader dronken voerde en met hem naar bed ging. Toen de koning haar zwangerschap ontdekte, en begreep dat hij zowel vader als grootvader van het ongeboren kind was, wilde hij Smyrna doden met zijn zwaard, maar dat ging Afrodite te ver, en zij veranderde haar snel in een mirreboom (Grieks „smyrna”, ‚mirre’). De koning kliefde de boom, waaruit het ongedeerde kind Adonis viel. Afrodite verstopte het kind snel in een kist, die ze aan Persephone, de godin van de onderwereld, gaf, met de opdracht deze ergens veilig weg te bergen. Persephone opende de kist echter, vond Adonis, en voedde hem op tot een schone jongeman, op wie beide godinnen verliefd werden. Toen ondanks een afspraak de jongeman te delen Afrodite hem echter helemaal voor zichzelf hield, nam Persephone wraak door de oorlogsgod Ares, de echtgenoot van Afrodite, in te lichten. Ares was woedend op Adonis, veranderde zichzelf in een wild zwijn, en reet Adonis, die op de Libanon aan het jagen was, aan stukken. Uit zijn bloed ontstonden anemoonachtige bloemen. Nu Adonis dood was kon Persephone hem opeisen, en uiteindelijk werd besloten dat Afrodite hem de zomermaanden mocht hebben, en Persephone de rest van het jaar.
Adonis vernalis, wilde adonis
In Nederland uitgestorven (voor het laatst in 1849 in Diepenveen gevonden).

Myosurus, muizestaart

Batrachium, water­ranonkel

Ranunculus, boterbloem

Helleborus, nieskruid

Naamgeving
Grieks „helleboros”, ‚nieskruid’, eigenlijk ‚dodende spijs’ < „helein”, aoristus van „haireò”, ‚grijpen’, ‚doden’, en „bora”, ‚voedsel’.
Engels: hellebore.
Gebruik
Al door Hippocrates werd de plant aangewend tegen waanzin. De Galliërs smeerden een aftreksel van de wortel op hun pijlpunten. Mogelijk verwijst de Griekse naam hiernaar, die dan moet worden gelezen als ‚voedseldoder’
Helleborus niger, kerstroos
Naamgeving
Ook sneeuwroos, winterroos, sneeuwkoningin genoemd, daar de bloei vaak al in de winter aanvangt.
Engels: Christmas rose.
Helleborus viridis occidentalis, wrangwortel
Naamgeving
Engels: bear’s foot.

Nigella, nigelle

Naamgeving
Latijn „nigella”, eigenlijk ‚zwartje’ verkleinvorm < „niger”, ‚zwart’. Dit verwijst naar de zwarte zaden („zwarte komijn”)
Nigella damascena, Juffertje-in-‚t-groen
Naamgeving
De Nederlandse naam duidt op het feit dat de bloemen omgeven zijn door een omhulsel van zeer fijn verdeelde (groene) bladen.
Engels: Devil-in-the-bush, om dezelfde reden als de Nederlandse.

Aquilegia, wilde akelei

Naamgeving
Latijn „aquilegia”, ‚groepje adelaars’ < „aquila”, ‚adelaar’ en „-legia”, ‚-lezing’ (vergelijk „florilegium”); de hangende bloemkroon lijkt op een kring van adelaars; de sporen zijn de halzen en koppen.
De Nederlandse naam is eenvoudigweg een verbastering van de Latijnse.
Engels: columbine.
Aquilegia vulgaris, akelei
Typische hommelbloemen: door de stand van de bloemen kunnen vlinders niet bij de honing (die zich diep in de sporen verzamelt), en bijen hebben geen voldoend lange tong. Bijen en andere insecten hebben daar echter wat op gevonden: zij bijten gewoon een gat in de sporen (diefstal met braak). Bevat blauwzuurglycoside in kleine hoeveelheden.

Delphinium, ridderspoor

Naamgeving
„Delphis” is Grieks voor „dolfijn”, waar de gespoorde bloem op zou lijken. De Nederlandse naam verwijst naar de bloemsporen.
Engels: larkspur.
Delphinium staphisagria, luiskruid
De zaden bevatten alkaloïden die voor luizen zeer giftig zijn.
Naamgeving
Nederlandse naam verwijst naar het gebruik. Het zaad heet ‚staverzaad’, met ‚staver-’ een verbastering van „staphisagria”. De spiritustinctuur van staverzaad heet ‚jachtwater’.
Gebruik
Tegen luizen

Aconitum, monnikskap

Alle delen van de plant, zelfs de nectar, zijn uiterst giftig voor mensen! Door haar ongewone vorm is de monnikskap bij uitstek een hommelbloem: waar geen hommels zijn komt de ze niet voor. In Nederland wordt de plant vrijwel alleen door de tuinhommel (Bombus hortorum) bezocht. Het stevige kelkblad maakt inbraak nagenoeg onmogelijk, en de honing ligt te diep om door bijen bereikt te worden.
Naamgeving
Latijn „aconitum”, ‚monnikskap’ < Grieks „akoniton”, ‚monnikskap’ < „konis”, ‚stof, as, loog’. ((Misschien omdat er alkaloïden in de plant zitten, maar vanwaar dan die „a-„?)) Een andere afleiding is van „en akonais”, ‚op scherpe rotsen’, naar de vindplaats. De bloem lijkt op een monnikskap, doordat het bovenste kelkblad kapvormig is. Erin zitten de twee kroonbladen, die vervormd zijn tot langgesteelde honingbakjes.
Engels: wolfsbane.
Aconitum napellus, blauwe monnikskap
Bevat alkaloïden (onder meer aconitine en derivaten) die een bijzonder heftige reactie veroorzaken.
Naamgeving
De soortnaam wijst op de kenmerkende wortelknol, die uit twee aaneengegroeide, bietvormige delen bestaat.
Engels: monkshood.
Gebruik
Vroeger tegen zenuwpijnen, jicht, reumatiek en koorts. Tijdens de middeleeuwen ook als vast bestanddeel van tovermiddelen.
Aconitum lycoctonum, gele monnikskap
Bevat andere, maar niet minder giftige, alkaloïden dan de blauwe monnikskap.
Naamgeving
Heet ook Aconitum vulparia. De soortnaam in beide gevallen naar het gebruik.
Gebruik
Volgens Dioscorides was vlees, ingewreven met de zwarte wortel van de plant, een probaat middel ter verdelging van wolven en vossen.

Actaea, gifbes

Naamgeving
Grieks „aktea” of „aktè”, ‚vlier’; de bladen (of vruchten) van de gifbes lijken enigszins op die van de vlier. De naam gifbes verwijst naar het gif in de plant, dat maag- en darmontsteking veroorzaakt.
Engels: baneberry.
Actaea spicata, zwarte gifbes
Alle delen van de plant bevatten een glycoside dat uiteenvalt in het giftige protoanemonine, dat bij inname tot hevige onpasselijkheid leidt.
Naamgeving
De plant wordt ook Christoffelkruid genoemd, naar de vroegere Latijnse naam „Christophoriana”.
Engels: herb Christopher.
Gebruik
De plant werd geacht magische krachten te hebben, die konden helpen schatten te ontdekken. Om die reden was zij gewijd aan Christoffel, beschermheilige der schatgravers.
Legende
Christoffel zat eens aan de oever van de Jordaan, toen een kleine jongen hem vroeg hem naar de overkant te dragen. Christoffel nam de jongen op zijn schouders en begon te waden, maar bij iedere stap werd de jongen zwaarder, totdat hij nagenoeg bezweek. Eenmaal aan de overzijde gekomen maakte de jongen zich bekend als Jezus, en het gewicht als de last der zonde der wereld. Vandaar zijn naam „Christophoros” = Christus-drager

Cimicifuga, zilverkaars

Cimicifuga racemosa, zilverkaars
Bosplant uit Noord-Amerika.

Paeonia, pioen

Naamgeving
Naar Paion, een Griekse naam voor de genezende god (later vereenzelvigd met Apollo).
Engels: peony.
Paeonia officinalis, pioen
Naamgeving
Engels: common peony.

Nymphaceae, waterleliefamilie

Nymphaea, waterlelie

Naamgeving
Grieks „numphaia”, ‚waterlelie’ < „numphaios”, ‚gewijd aan de nimfen’, namelijk de waternimfen.
Engels: water­lily.
Nymphaea alba, waterlelie
De bloem is in eerste instantie kleverig, vangt een insect, en sluit zich. Als dit insect verteerd is opent de bloem zich weer, en lokt verdere insecten voor de bestuiving.
Naamgeving
Engels: white waterlily.
Legende
In veel mythen wordt de waterlelie met waternimfen geassocieerd.

Nuphar, plomp

Naamgeving
Arabisch. Er is onzekerheid over het geslacht: sommige bronnen hebben „Nuphar lutea”
Nuphar luteum, gele plomp
De vijf gele bloembladen zijn kelkbladen; de veel kleinere kroonbladen scheiden evenals de nectarklieren zoete nectar af.
Naamgeving
Engels: yellow waterlily.
Gebruik
De gedroogde wortelstok wordt wel gebruikt ter vervanging van ginseng- of alruinwortel