Voorgangers en navolgers

In de gemeente wordt niet geheerst; er is orde door voorgaan en navolgen.

μιμηομαι

2 Thessalonicenzen 3:7-9
Gij weet immers zelf, hoe ons voorbeeld behoort gevolgd te worden, daar wij bij u niet van de regel afgeweken zijn, noch gegeven brood bij iemand hebben gegeten; maar met moeite en inspanning werkten wij dag en nacht, om niemand van u lastig te vallen; niet, dat wij er geen bevoegdheid toe hebben, maar om ons u tot een voorbeeld ter navolging te stellen.
Hebreeën 13:7
Houdt uw voorgangers in gedachtenis, die het woord Gods tot u hebben gesproken; let op het einde van hun wandel en volgt hun geloof na.
3 Johannes 11
Geliefde, volg het kwade niet na, maar het goede. Wie goed doet, is uit God (maar) wie kwaad doet, heeft God niet gezien.

μιμητης

1 Korinthiërs 4:16
Ik vermaan u dus: volgt mijn voorbeeld.
1 Korinthiërs 11:1
Wordt mijn navolgers, gelijk ook ik Christus navolg.
Efeziërs 5:1
Weest dan navolgers Gods, als geliefde kinderen,
1 Thessalonicenzen 1:6
En gij zijt navolgers geworden van ons en van de Here en gij hebt het woord onder zware verdrukking met blijdschap des Heiligen Geestes aangenomen,
1 Thessalonicenzen 2:14
Want gij, broeders, zijt navolgers geworden van de gemeenten Gods in Christus Jezus, die in Judea zijn, omdat ook gij hetzelfde te verduren hebt gehad van uw eigen volksgenoten als zij van de Joden,
Hebreeën 6:12
opdat gij niet traag wordt, maar navolgers moogt zijn van hen, die door geloof en geduld de beloften beerven.

συμμιμητης

Filippenzen 3:17
Weest allen mijn navolgers, broeders, en ziet op hen, die evenzo wandelen, gelijk gij ons tot voorbeeld hebt.

Ακολουθεω heeft meer de betekenis van fysiek achternalopen, volgen. Hiervan afgeleid is de naam van de stijlfiguur anakolouth: wat niet volgt, (een zin) die niet loopt.

Εξακολουθεω wordt wel voor gedrag gebruikt, maar dan in negatieve zin.

2 Petrus 1:16
Want wij zijn geen vernuftig gevonden verdichtsels nagevolgd, toen wij u de kracht en de komst van onze Here Jezus Christus hebben verkondigd, maar wij zijn ooggetuigen geweest van zijn majesteit.
2 Petrus 2:2
En velen zullen hun losbandigheden navolgen, zodat door hun schuld de weg der waarheid gelasterd zal worden;
2 Petrus 2:15
Doordat zij de rechte weg verlaten hebben, zijn zij verdwaald en de weg opgegaan van Bileam, de zoon van Beor, die het loon der ongerechtigheid liefhad,

In die context dienen ook andere passages gelezen te worden. Zo is 1 Thessalonicenzen 2:1-12 geen opscheppen van Paulus, maar een logisch vervolg op het hier boven genoemde navolgen in de context van problemen met leeglopers (1 Thessalonicenzen 2:9, 1 Thessalonicenzen 4:11-12, 1 Thessalonicenzen 5:14a, 2 Thessalonicenzen 3:6-12