Σωφρον

Σωφρων, bezadigd, sober

1 Timotheüs 3:2
Titus 1:8
Titus 2:2-6
Oude mannen moeten nuchter zijn, waardig, bezadigd {σωφρων}, gezond in het geloof, de liefde en de volharding. Oude vrouwen eveneens, priesterlijk in haar optreden, niet kwaadsprekend, niet verslaafd aan veel wijn, in het goede onderrichtende {σωφρονιζω}, zodat zij de jonge vrouwen opwekken man en kinderen lief te hebben, bezadigd {σωφρων}, kuis, huishoudelijk, goed en aan haar man onderdanig te zijn, opdat het woord Gods niet gelasterd worde. Vermaan evenzo de jonge mannen bezadigd {σωφρων} te zijn in alles,

Dit σωφρονιζω betekent eigenlijk „bezadigd maken”, namelijk door goed onderrricht.

Σωφρονεω

Marcus 5:15
Lukas 8:35
Romeinen 12:3
2 Korinthiërs 5:13
1 Petrus 4:7

Σωφρονισμος

2 Timotheüs 1:7

Σωφρονως

Titus 2:12

Σωφροσυνη

Handelingen 26:25
1 Timotheüs 2:9
1 Timotheüs 2:15